10 tot 20 procent groei per jaar: in deze sector kan het

De eiwittransitie is volop aan de gang. De vleesconsumptie daalt bij ons nog sneller dan in andere Europese landen. Toch hinkt de productie en ontwikkeling van eiwitalternatieven achterop in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland en Duitsland. Een studie van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen zocht uit waar de hefbomen liggen. 

Vlaams succesverhaal

Kent u Alpro? Natuurlijk kent u Alpro: het Vlaamse bedrijf in plantaardige voeding is een enorm succes. De voorbije drie jaar investeerde het meer dan 200 miljoen euro, goed voor honderden jobs. Het personeelsbestand van Alpro is tussen 2012 en 2016 met 80 procent toegenomen. De omzet groeit al jaren tussen de 10 en de 20 procent per jaar. 

Dit zou het verhaal kunnen zijn van de hele Vlaamse voedingsindustrie. Die is één van de steunpilaren van onze economie en met haar 62.750 werkplaatsen een belangrijke werkgever. De groeimotor? De plantaardige sector. Daar is de werkgelegenheid de laatste tien jaar met 42 procent gestegen. In de dierlijke productie is deze met 7 procent gedaald.

Alle sleutels in handen

En die cijfers zouden nog mooier kunnen zijn. Uit de nieuwe studie van het Agentschap Innoveren en Ondernemen, die het wetenschappelijk, economisch en landbouwkundig potentieel van de eiwittransitie in Vlaanderen in kaart brengt, blijkt dat onze regio in alle domeinen de sleutels in handen heeft om van de transitie naar een meer plantaardig voedingspatroon een succes te maken. We hebben sterke universiteiten, gespecialiseerde onderzoeksinstituten en een innovatie voedingsindustrie. Ook onze landbouwsector kan hierop inspelen door meer eiwitgewassen te telen die als grondstof kunnen dienen voor met name vleesvervangers. 

Wat ontbreekt er nog? In de eerste plaats sterke overheidsinvesteringen. Sterke instituten zoals Flanders Food en ILVO zetten maar zeer kleine stapjes richting plantaardige producten. In Nederland en Duitsland werd de afgelopen jaren wel een gericht investeringsbeleid ingezet om de industrie rond plantaardige voeding te versterken. Het resultaat: tal van nieuwe bedrijven, zoals het nog maar net door Unilever overgekochte De Vegetarische Slager.

Verder concludeert de studie dat de Vlaamse spelers onvoldoende georganiseerd zijn. Bedrijven, onderzoeksinstellingen, ngo’s en overheden moeten de krachten bundelen. Een specifiek eiwittransitieplatform moet kennis samenbrengen, projecten opstarten en de sector promoten. De Vlaamse overheid moet nu de volgende stap zetten en deze kans grijpen om een dit te faciliteren. 

Consument in de spots

Het verder overtuigen van de consument blijkt ook essentieel. Het aantal flexitariërs stijgt, maar deze stijging moeten we versnellen om aan de uitdagingen op vlak van gezondheid en milieu te voldoen. De consument heeft te weinig informatie ter beschikking. Ze hebben meer kennis nodig om vleesvrije maaltijden te bereiden. 

Binnen Vlaanderen is het VLAM het sterkste platform voor het uitrollen van een onderbouwde communicatiecampagne naar het brede publiek rond het belang van plantaardige voeding. Als de Vlaamse overheid erin slaagt om al deze eindjes met elkaar te verbinden, zal de transitie naar meer plantaardige voeding leuk, lekker en economisch succesvol verlopen. 

Plantaardige voeding

Meer over Plantaardige voeding