8.000 ha nieuw bos blijkt fata morgana

De boswijzer is onbruikbaar als instrument voor het beleid inzake bosbehoud. Dat was de conclusie van professor Bart Muys (KU Leuven) op de hoorzitting in het Vlaams Parlement over de boswijzer. Enkele weken geleden pakte Vlaams minister voor Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) uit met de mededeling dat er volgens de boswijzer in Vlaanderen 8.000 ha bos zouden zijn bijgekomen. Deze boswijzer brengt op basis van luchtfoto’s het bosbestand in kaart. Zoals we hier eerder al schreven, gaat het eerder om een bomenbestand-wijzer, aangezien ook bomen in tuinen van verkavelingen of bufferzones langs autostrades mee worden geteld. Dat kan je bezwaarlijk bossen noemen.

Er zijn ook grote technische vraagtekens bij de accuraatheid van de boswijzer, aldus professor Muys. Zo bedraagt de foutenmarge 4%, wat neerkomt op een onzekerheidsmarge van minstens 7.000 ha. Bovendien werden ook heel wat ‘bossen’ opgenomen die kleiner zijn dan een halve hectare - zo zijn zelfs bomen op een rondpunt een bos - en werd de lengte-breedte verhouding niet gerespecteerd, waardoor bv. ook bomenrijen in dreven werden opgenomen in de boswijzer. Dus zelfs de bewering dat het bomenbestand in Vlaanderen met 8.000 ha is toegenomen, blijkt op los zand te berusten.