De reclame voor onbestaande algenbrandstof van ExxonMobil.

Algenbrandstof doet enkel oliebusiness draaien

De reclame voor onbestaande algenbrandstof van ExxonMobil.

Algen. Overal algen. Ze woekeren al maandenlang op mijn Twittertijdlijn. Ze duiken paginagroot op in kranten en tijdschriften. Of ze verschijnen langs de weg. De afgelopen maanden kon je er moeilijk naast kijken: de advertenties van ExxonMobil. Het oliebedrijf pakt in heel Europa groots uit met een reclame over brandstoffen op basis van algen. Maar in een tankstation van Esso - de merknaam van ExxonMobil in België -  zal je tevergeefs zoeken naar de pomp met algenbrandstof. Die is er niet te koop. ExxonMobil maakt reclame voor een product dat nog niet bestaat.

Sterker: algenbrandstof staat nog altijd mijlenver van commercialisatie. Volgens de promotiewebsite van ExxonMobil zal het in 2025 ‘technisch mogelijk’ zijn om 10.000 vaten olie uit algen per dag te maken. In het beste geval. Die hoeveelheid valt in het niets bij de dagelijkse productie van bijna 100 miljoen vaten aardolie wereldwijd. ‘Technisch mogelijk’ zegt ook niets over de prijs en nog minder over de mogelijkheid om op te schalen. De meeste bedrijven die onderzoek deden naar algenbrandstof hebben het intussen opgegeven, omdat er te veel hinderpalen opduiken.

Verkijk je niet op de grote reclameborden: ook ExxonMobil gelooft niet dat het product in de voorzienbare toekomst een belangrijke rol zal spelen. In zijn Outlook for Energy beschrijft het oliebedrijf ‘de meest waarschijnlijke’ evolutie van de energievraag en het aanbod tot 2040. Exxon voorziet slechts een marginale rol voor biobrandstoffen, waaronder de olie uit algen. De grote groei ziet het bedrijf de komende twee decennia van onder andere het erg vervuilende schalieolie (‘tight oil’) komen.

Figuur 1 Bron: ExxonMobil 2018 Outlook for Energy

Exxon voorziet die toekomst niet alleen, het zorgt er ook zelf voor dat ze werkelijkheid wordt. De scenario’s die de oliegigant uittekent, zijn vervolgens de basis voor de investeringsbeslissingen. Het bedrijf zal de eigen productie van schalieolie in het Permian-bassin vervijfvoudigen en 25 nieuwe projecten opstarten elders ter wereld.Die investeringen alleen al zullen op korte termijn voor 1 miljoen bijkomende vaten per dag zorgen. Honderd keer meer dan de algenolie in 2025. De reclame pakt luid uit met algenolie, de investeringen gaan in stilte naar vervuilende schalieolie.

Verstrikt in foute denkbeelden

Bij waarnemers doet het grapje de ronde dat ExxonMobil meer geld besteedt aan zijn promotiecampagnes voor algen dan aan het onderzoek ernaar. Rest de vraag: waarom? Hier blijken de algen een andere werking te hebben: mogelijk geraak je verstrikt in een aantal denkbeelden. Simpele beelden waarvan Exxon hoopt dat ze blijven hangen. Dit zijn de drie belangrijkste:

  • ExxonMobil werkt met wetenschappers aan technologische doorbraken
  • ExxonMobil zoekt naar oplossingen voor de klimaatproblematiek
  • Er is een toekomst voor de verbrandingsmotor

In deze tijden van acute klimaatverandering zijn die drie denkbeelden van strategisch belang voor het oliebedrijf. Wetenschap zorgt vooreerst voor een positief imago. Zeker als het in de strijd is tegen de klimaatverandering. Dat is welgekomen, omdat Exxon momenteel achtervolgt wordt door een onverkwikkelijke geschiedenis terzake. Vorige maand heeft de openbaar aanklager van New York een rechtszaak opgestart tegen het oliebedrijf. In de aanklacht stelt ze dat Exxon beleggers heeft misleid over de risico’s van klimaatverandering. Het is een uitloper van #exxonknew, een onderzoek dat aan het licht bracht hoe ExxonMobil twijfel over de klimaatverandering actief voedde. Hoewel de onderneming perfect op de hoogte was van de risico’s van fossiele brandstoffen voor het klimaat.

Een miljard wagens doen olie-industrie leven

Mogelijk nog belangrijker is de derde associatie. Wie een wagen met verbrandingsmotor koopt, moet over de levensduur van die wagen een klein zwembad aan benzine of diesel kopen. Het zakenmodel van de oliebedrijven hangt rechtstreeks af van de autoverkoop en het voortbestaan van de verbrandingsmotor. 

Nu rijden er bijna een miljard wagens rond. Ze zijn de levenslijn voor de olie-industrie en een strop voor het klimaat. Samen met de vrachtwagens, schepen, vliegtuigen en alle andere vervoersmiddelen die aangedreven worden door fossiele brandstoffen. De elektromotor aangedreven door hernieuwbare energie kan dat helemaal omgooien. Elektrische wagens kunnen de enorme vraag naar olie door het wegverkeer doen slinken. ExxonMobil heeft er dus alle belang bij dat we denken dat brandstoffen en ‘gewone’ wagens ooit schoon zullen zijn. Bijvoorbeeld met algen. Al gelooft het daar zelf niet in.

Door de illusie te wekken dat brandstoffen snel schoon en klimaatvriendelijk zullen worden, zullen wij wagens blijven kopen en politici de verbrandingsmotor nooit uitfaseren. 

Vlaamse regering plooit voor lobbytruc

Dat is exact wat in België gebeurt op dit moment. In april 2016 lanceerden wij net zoals milieugroepen in andere landen de idee om verbrandingsmotoren uit te faseren tegen 2030. Dat is logisch: een wagen gaat gemakkelijk tien jaar mee en in 2040 moet de uitstoot van broeikasgassen van wegtransport naar nul. De idee kreeg heel wat steun van politici, onder meer Groen, Open VLD en CD&V kwamen met voorstellen om wagens op benzine of diesel te verbieden voor verkoop in 2030 of zelfs vroeger. De klimaatresolutie die gestemd is door alle democratische partijen in het Vlaams Parlement in november 2016 vermeldt het volgende voorstel: “Een duidelijk afbouwscenario voor personenwagens met een verbrandingsmotor in het traject naar 2050, waarbij uiterlijk 15 jaar voor 2050 de laatste nieuwe personenwagen met verbrandingsmotor in de Europese Unie verkocht wordt.” 

Tot onze verbazing dook er in het uiteindelijk goedgekeurde klimaatplan van de Vlaamse regering een heel andere formulering op. Voertuigen zoals bestelwagens en bussen moesten slechts ‘koolstofarm’ worden en de uitfasering van de verbrandingsmotor in 2035 is uit de tekst verdwenen. In een voetnoot wordt verduidelijkt wat de regering met de term koolstofarm bedoelt: “Koolstofarme voertuigen zijn batterij-elektrische voertuigen, hybride voertuigen en voertuigen op waterstof, gerecycleerde koolstofbrandstoffen of biobrandstoffen.” Het klinkt misschien onschuldig, maar wie het dossier volgt, begrijpt dat de Vlaamse regering hier met één zinnetje het voornemen van het Parlement om verbrandingsmotoren uit te faseren torpedeert. 

Dat is een heel slecht idee. Er zijn biobrandstoffen, zoals die uit palmolie, die een factor méér broeikasgassen uitstoten dan gewone diesel. En dus slechter voor het klimaat zijn. Bovendien maakt deze definitie élk voertuig dat verkocht wordt koolstofarm: ze kunnen immers allemaal op goedgekeurde biobrandstoffen rijden.

De algen doen hun werk

Op 6 maart 2018 lanceerde ExxonMobil zijn reclamecampagne voor algenolie in België met een persbericht. “Wij zijn verheugd dat wij samen deze nieuwe, belangrijke stap zetten op weg naar een hernieuwbare, schaalbare en koolstofarme biobrandstof,” schreef de onderneming. Een paar maand later schrapte de Vlaamse regering het voornemen om wagens met een verbrandingsmotor uit te faseren. Exxon, de automobielfederatie FEBIAC en andere producenten van (bio)brandstoffen zijn er in geslaagd om het uitfaseren van de verbrandingsmotor op een slinkse wijze uit de politieke besluitvorming te weren.

De deur staat open voor biobrandstoffen en gerecycleerde koolwaterstoffen, waarvan de klimaatimpact in sommige gevallen desastreus is. De Vlaamse regering gooide een levenslijn uit naar de voertuigen met verbrandingsmotor die in de voorzienbare toekomst gewoon nog op benzine en diesel zullen rijden. Zo hebben de oliebedrijven het graag. De algen doen hun werk.

Klimaatbeleid

Meer over Klimaatbeleid