Elke Belg verbruikt gemiddeld 7400 liter water per dag. Van die enorme hoeveelheid is slechts 120 liter drinkbaar (leiding)water dat gebruikt wordt in de keuken, voor de douche en de was. Het grootste deel is dus indirect waterverbruik voor de productie van voeding, kleding, to estellen,…. Zo’n 70 procent van de watervoetafdruk is gelinkt aan onze aan voeding. Dat berekenden Velt, Ecolife en WWF. Op de website www.watervoetafdruk.be geven ze individuele consumenten en grootverbruikers tips om hun waterverbruik te beperken.
De watervoetafdruk is een maat voor het watergebruik van een product, gemeten over de hele productieketen. Voor de productie van een katoenen T-shirt is bijvoorbeeld 2700 liter water nodig, voor een appel 40 liter, voor 200 gram rundsvlees 3960 liter.
Een hoog gebruik van regenwater, bijvoorbeeld in de landbouw, is geen probleem in natte gebieden. In andere gebieden zet een te hoog waterverbruik het watersysteem ernstig onder druk. Omdat de vraag naar voedsel en andere goederen wereldwijd toeneemt, treden er in meer en meer regio’s waterproblemen op. Zelfs in Vlaanderen is de druk op de watervoorraden erg groot. Bovendien zorgt het huidige globale handelssysteem ervoor dat er ‘waterstromen’ ontstaan tussen handelspartners. Zo ligt Europa mee aan de basis van waterproblemen in derde landen, waar waterintensieve producten worden geproduceerd die bij ons worden ingevoerd. Voorbeelden daarvan zijn koffie, soja, maniok en maïs.
Als consument kan je je steentje bijdragen door onder andere de watervoetafdruk van je maaltijd te beperken. Dat kan door te kiezen voor biologische producten, voor minder vlees, voor seizoensproducten uit eigen streek, voor minder bewerkte voeding en door voedselverspilling te vermijden.