België steunt GGO-verbod in Hongarije en Oostenrijk

De milieuministers van de EU-lidstaten hebben maandag hun steun laten blijken aan het verbod op de teelt van genetisch gemanipuleerde maïs in Hongarije en Oostenrijk. De Europese Commissie had een voorstel ingediend om het moratorium in beide landen op te heffen. Maar een gekwalificeerde meerderheid van de milieuministers stemde tegen deze opheffing. Ook België heeft uiteindelijk tegen gestemd.

Oostenrijk en Hongarije gebruiken de zogenaamde vrijwaringsclausule om de teelt van MON810, een genetisch gemanipuleerde maïs van Monsanto, in hun land te verbieden. Ze vrezen dat de maïs een bedreiging kan vormen voor het leefmilieu. De milieuministers steunen dit verbod en baseren zich voor hun standpunt op een Europese richtlijn inzake doelbewuste introductie van GGO’s. Daarin is bepaald is dat lidstaten het gebruik en de verkoop van specifieke GGO’s kunnen beperken of verbieden, als ze een gevaar vrezen voor de gezondheid van de mens en het milieu.

MON810 is al sinds 1998 toegelaten in de Europese landbouw, maar wordt pas sinds 2003 geteeld. De maïssoort produceert een gif tegen insecten. Het gewas komt meer en meer onder vuur omdat er nieuwe vragen rijzen over de impact ervan op het milieu. Ook Frankrijk heeft de voorzorgsmaatregel ingeroepen en verbiedt de teelt van MON810. Bovendien gaan ook in Duitsland steeds meer stemmen op om de toelating van de maïssoort te herbekijken.