Bond Beter Leefmilieu steunt werkwinkelwijk BROEKLIN (ex-Uplace)

Foto: ORG

Het ontwerp van architecten- en urbanismebureau ORG

Vandaag maakte Uplace, samen met Alexander D'Hooghe van ORG, de nieuwe plannen bekend voor de Uplace-site. Deze plannen voor een circulaire bedrijvenzone vertrekken van een nieuwe visie en verwijzen de oude plannen voor een shoppingcentrum naar de prullenmand. Bond Beter Leefmilieu (BBL) is verheugd dat na jaren van polarisering en rechtszaken de strijdbijl begraven kan worden. BBL werkte mee aan de voorbereiding van deze nieuwe plannen en engageert zich om ook in de toekomst de schouders te zetten onder de ontwikkeling van een circulaire maakwinkelzone. 

Het concept van de werkwinkelwijk ligt in het samenbrengen van lokale productie, consumptie, circulariteit en opleiding, Dit programma zet in op een korteketeneconomie, waarbij afvalstoffen hergebruikt worden als grondstof. In BROEKLIN zal ook ruimte zijn voor stadslandbouw ten voordele van bijvoorbeeld de aanwezige restaurants. De vezels uit die landbouw kunnen vervolgens verwerkt worden tot textiel, waaruit ook productie voortvloeit in de maakwinkels. Zo kunnen kringlopen gesloten worden. 

BBL is gewonnen voor het idee van een circulair bedrijventerrein, zoals nu in de plannen staat. De focus op textiel en voedselafval in de huidige plannen kan wat ons betreft nog volop worden verruimd in deze stedelijk-industriële omgeving. Een stuk verkoopsruimte is voor ons geen taboe, volgens het principe dat wat ter plaatse geproduceerd wordt ook ter plaatse verkocht wordt. 

Veel lagere impact mobiliteit

De belangrijkste kritiek op het vroegere shoppingcentrum was het mobiliteitsprobleem. De nieuwe werkwinkelwijk heeft een veel lagere impact op de mobiliteit, aangezien maakwinkels een heel ander mobiliteitsprofiel hebben, met minder autoverplaatsingen in de spits. Het aantal parkeerplaatsen vermindert ook gevoelig (-20%), bovendien wordt voorzien in een ‘transitieparking’, die na verloop van tijd makkelijk omgebouwd kan worden tot productieruimte.

Daarnaast wordt ingezet op een fietsnetwerk, een mobipunt met deelwagens en kleine elektrische vervoersmiddelen. Belangrijk is tot slot ook dat de ontwikkeling van de site niet als een losstaand project wordt opgevat, maar kadert binnen de algemene ontwikkeling van de regio. Daarbij is met name de ontsluiting van de site en de impact op de mobiliteit een belangrijk aandachtspunt.