Bond Beter Leefmilieu, het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (Universiteit Gent) en het Copernicus-instituut (Universiteit Utrecht) slaan de handen in elkaar om de maatschappelijke impact van technologische keuzes te onderzoeken. - © Rene Muller

Bond Beter Leefmilieu vertolkt stem van de maatschappij in Europees project over toekomst van de industrie

Bond Beter Leefmilieu, het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (Universiteit Gent) en het Copernicus-instituut (Universiteit Utrecht) slaan de handen in elkaar om de maatschappelijke impact van technologische keuzes te onderzoeken. - © Rene Muller

Op 1 juni is het Europese project SUNER-C van start gegaan. Het project brengt academici, bedrijven en netwerkorganisaties samen rond innovatieve, duurzame zonnebrandstoffen en dito chemicaliën. Ook Bond Beter Leefmilieu participeert, zodat de maatschappelijke impact van innovatie binnengebracht wordt in de dialoog met bedrijven en academici. 

SUNER-C staat voor ‘Sunergy gemeenschap en ecosysteem voor het versnellen van de ontwikkeling van zonnebrandstoffen en- chemicaliën’, het gaat om brandstoffen die op basis van hernieuwbare energie geproduceerd worden en dus potentieel CO2-neutraal kunnen zijn. Het project kreeg een 3-jarige subsidie van de Europese Commissie.

Het project verbindt verschillende partners: ingenieurs van bedrijven, academici van verschillende onderzoeksgroepen aan universiteiten, maar ook netwerkorganisaties en federaties. En met Bond Beter Leefmilieu zit er ook een ngo aan boord. Tot juni 2025 zal BBL mee de weg plaveien voor een inclusieve innovatiegemeenschap die wetenschappelijke, technologische en sociaal-economische uitdagingen aanpakt. 

Meer dan technologie alleen 

Eén van de doelstellingen is een technologische roadmap, een routekaart om zonnebrandstoffen en- chemicaliën marktrijp te maken. Doel is om bestaande technologieën van laboratoriumniveau naar de industriële schaal te brengen. Maar het project omvat meer dan technologie alleen.

Bond Beter Leefmilieu, het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (Universiteit Gent) en het Copernicus-instituut (Universiteit Utrecht) slaan de handen in elkaar om de maatschappelijke impact van technologische keuzes te onderzoeken. “Het werkpakket waarvan we met CDO, BBL en Copernicus-instituut gezamenlijk trekker zijn, focust uitdrukkelijk op de maatschappelijke kant van deze technologie-ontwikkeling. Exacte wetenschappers en industrie gaan er dikwijls vanuit dat zij best weten welke technologie nodig is en dat de maatschappij dan overtuigd moet worden om daarin mee te stappen. Met de uitdagingen waar we voor staan, is dat een achterhaald model. Maatschappelijke bekommernissen en stemmen moeten van bij het begin meegenomen worden. Het wordt ook voor ons een leerproces om te ondervinden hoe dat loopt en welke resultaten het oplevert”, zegt Erik Paredis, professor Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (Universiteit Gent).

De totale maatschappelijke impact van innovatie zal binnen dit project geïdentificeerd en meegenomen worden bij al het wetenschappelijke en technologische werk.

Socio-technische aspecten centraal

Het project zet socio-technische aspecten van technologische innovatie centraal. Denk bijvoorbeeld aan het gevaar van een lock-in: een maatschappelijke investering die ons vastketent aan een technologische keuze en infrastructuur die al snel achterhaald blijkt. Of denk aan de potentieel ongelijke gevolgen van technologische keuzes, zoals elektrische wagens die onbetaalbaar zijn voor grote groepen consumenten, de internetrevolutie die ouderen niet meeneemt, of digitalisering waardoor de arbeidsmarkt nieuwe skills vergt. Ook andere maatschappelijke, ethische en juridische implicaties zullen een belangrijke rol spelen in de analyse. 

De totale maatschappelijke impact van innovatie zal binnen dit project geïdentificeerd en meegenomen worden bij al het wetenschappelijke en technologische werk. Daarnaast is het de doelstelling om met alle stakeholders in dialoog te gaan over de maatschappelijke component van de transitie: met academici, overheden en bedrijven. “De industriële transitie is nu al bezig. De industrie en de wetenschapswereld ontwikkelen vandaag technieken als koolstofafvang of waterstof. De hamvraag is: hoe kijken we daar als maatschappij naar? En hoe kunnen we het draagvlak vergroten? Dat willen we in dit project ontdekken”, zegt Tycho Van Hauwaert van Bond Beter Leefmilieu.

De nieuwe, duurzame brandstoffen uit dit project zullen tijdens hun productieproces geen CO2 meer uitstoten, aangezien ze uit hernieuwbare bronnen worden geproduceerd. Toch dreigt de CO2 alsnog vrij te komen wanneer die brandstoffen worden ingezet in verbrandingsmotoren. In het project moeten bedrijven en academici die aandachtspunten meekrijgen, en die rol zal Bond Beter Leefmilieu dan ook opnemen.

Zware industrie

Meer over Zware industrie