Boscompensatie krijgt duw in de rug

Als een zonevreemd bos gerooid wordt om plaats te maken voor woningen of bedrijven, moet het gekapte bos gecompenseerd worden. Dat kan door nieuwe bebossing in natura uit te voeren of door een bijdrage te storten in het boscompensatiefonds, waarmee de overheid vervolgens zelf nieuwe bossen aanplant.

Dat laatste loopt echter niet van een leien dakje. Door allerhande problemen met eigenaars en omdat er te weinig terreinen aangeduid zijn om herbebossing uit te voeren, komt er van de boscompensatie door de overheid weinig in huis. In de periode 2001-2007 werd 1209,24 ha ontbost en maar 463,84 ha gecompenseerd door feitelijke herbebossing. Op zes jaar tijd was er door de gebrekkige werking van de compensatieregeling dus een daling van het bosareaal in Vlaanderen met 745 ha. Ondertussen zit er al 15 miljoen euro in het boscompensatiefonds, maar gebeurt er weinig of niets op het terrein.

Op voorstel van de Vlaamse volksvertegenwoordigers Bart Martens (Sp.a) en Joris Vandenbroucke werd nu echter een aanpassing van het bosdecreet goedgekeurd om deze middelen te activeren. Daardoor kunnen gemeenten en provincies zelf middelen uit het boscompensatiefonds aanwenden voor de aankoop en aanleg van bossen in gebieden die zij daar zelf voor bestemmen. Tot nu toe kon alleen het gewest dit geld gebruiken. Hopelijk zullen de gemeenten en provincies deze taak ook opnemen – wat in het verleden niet altijd het geval was – zodat de activering van de middelen uit dit 'slapend' fonds een belangrijke stap vooruit zijn in het behoud en de verdere ontwikkeling van ons toch al schrale bosareaal.