© Alex Kondratriev

Breng leefmilieu en chemie-industrie weer in balans

© Alex Kondratriev

Recent berichtte VRT dat 26 bedrijven PFAS mogen lozen in de Schelde. Dergelijke lozingsvergunningen zijn niet meer van deze tijd: ze vervuilen het Scheldewater en komen uiteindelijk ongefilterd in ons drinkwater terecht. Dat wordt ook bevestigd in metingen door de VMM. BBL pleit voor een strengere aanpak van giftige stoffen en betere handhaving.

26 industriële spelers uit de Antwerpse Haven zouden PFAS mogen lozen. Essenscia sprak dit meteen tegen: de sites zouden zelfs nooit PFAS hebben geproduceerd. Oorzaak van de verwarring: lozing staat niet gelijk aan productie. En vaak gaat het om vervuiling die al voordien in bodem of water zat.

PFAS-ban

De hamvraag: hoe voorkomen we dat er nog meer PFAS in onze lichamen en ons milieu terechtkomen? We moeten werk maken om de PFAS (waartoe PFOS behoort), en bij uitbreiding alle toxische chemische substanties, af te bouwen in ons leefmilieu. Elke potentieel toxische stof individueel behandelen en onderzoeken wat de toxicologische effecten zijn voor de mens, is een enorme opdracht. Daarom pleit ook op Europees niveau de Chemische Strategie ervoor om zulke stofsoorten op groepsniveau te onderzoeken. Zo pleitte Nederland al, na een gelijkaardig PFAS-dossier in Dordrecht, al voor het bannen van alle PFAS. Dat pleidooi kreeg al navolging in de Scandinavische landen. Vlaanderen en België moeten aan dezelfde kar trekken.

3M produceert ook vandaag nog PFBA (een soort PFAS) in Zwijndrecht. Van PFBA is vastgesteld dat het mensen extra kwetsbaar maakt voor COVID nadat het zich opstapelt in de longen. Wordt het geen tijd om dit product uit te faseren? 

Nog voortdurend ontwikkelt en produceert de chemische sector nieuwe stoffen, waarvan we de effecten op milieu en gezondheid niet in kaart hebben. Dat moet exact omgekeerd: eerst moet de producent aantonen dat hun product veilig is, pas daarna mag het ook in productie.

Hoe streng de normen ook, als de bedrijven er hun voeten aan vegen, brengt dat geen zoden aan de dijk. 

Wat is er aan de hand in de haven? 

Dat 3M PFOS mag lozen, wisten we al. In het water dat ze lozen mag 30 microgram PFOS per liter zitten. Ter vergelijking: de Europese drinkwaternorm die sinds 2020 is ingevoerd bepaalt dat er maximaal 0,1 microgram per liter in ons drinkwater mag zitten (300 keer minder dus). 

Zwemmen in de Schelde -laat staan van het water drinken- is een slecht idee, dus. Op sommige meetplaatsen in onze rivieren wordt de PFOS-oppervlaktewaternorm (0,65 nanogram per liter) tot wel 110 maal overschreden, zo blijkt uit cijfers van de VMM. 

Hoe komt het dat andere havenbedrijven ook PFAS mogen lozen als ze het niet produceerden? Intussen is het wel duidelijk dat de terreinen van de haven gecontamineerd kunnen zijn met allerhande PFAS, onder andere door het gebruik van blusschuimen bij incidenten en branden (denk maar aan de sanering van de Opel-site). Daarnaast mogen bedrijven water oppompen uit de bodem, bv. om te gebruiken in industrieel proces. Ook dat water kan gecontamineerd zijn met allerhande PFAS. 

Ook afvalverbrander Indaver heeft een link met PFAS. De verbrandingsoven in de Antwerpse haven verbrandde het afgelopen jaar meer dan 15.000 ton PFAS-houdend afval. Op de vraag “of er PFAS vrijkomt in lucht of leefomgeving” is het antwoord: “kan niet gemeten worden”. Tot vandaag bestaan er geen normen voor PFAS in rookgassen, die door onder meer Indaver worden uitgestoten. De reden daarvoor zou zijn dat er te weinig analysetechnieken bestaan om dit te meten. 

Betere handhaving als sluitstuk

Er moet dringend strengere lozingsnormen komen, gebaseerd op de meest strike gezondheids-en milieunormen. Waar 3M een lozingsvergunning heeft die ‘gebaseerd is op technische haalbaarheid’, blijkt dat de waterzuivering van Lantis op de site van 3M het grondwater zuivert tot 0,1 microgram per liter. Daar kan het dus wel. Het sluitstuk is betere handhaving met strengere controles op gelijk welke stof. Hoe streng de normen ook, als de bedrijven er hun voeten aan vegen, brengt dat geen zoden aan de dijk. 

Naar een gifvrij Vlaanderen

We moeten dringend werk maken van een gezonde balans tussen leefmilieu en veilige productie in de industrie. Persistente chemische stoffen bannen, zal een multiplicatoreffect teweeg brengen: minder toxische stoffen in de productie betekent minder gif in ons lijf en in de natuur. Een ban, aangescherpte lozingsnormen en betere handhaving, zullen ervoor zorgen dat we pas echt de weg inslaan naar een gifvrij land. Het gewenste niveau om de volksgezondheid te garanderen, bereiken we enkel met een heel sterke daling van de blootstelling. En dat hebben we nu nodig. 

PFOS Zware industrie

Meer over PFOS, Zware industrie