Canadese boer waarschuwt tegen ggg-besmetting

“Jullie hebben jullie landbouw nog in eigen handen, wij niet meer”

Voorbije week gaf Percy Schmeiser, een Canadese landbouwer en winnaar van de Right Livelihood Award 2007, een reeks aangrijpende getuigenissen over zijn strijd tegen Monsanto en diens genetisch gemodificeerd (gg) koolzaad. Schmeiser was reeds een 40-tal jaren bezig met het telen van koolzaad en het veredelen van variëteiten aangepast aan de lokale omstandigheden, toen hij geconfronteerd werd met de hallucinante wereld van de biotechnologie. Eén jaar nadat in 1996 in Canada en de VSA de teelt van gg-soja, -katoen, -maïs en –koolzaad werd geïntroduceerd, raakte Schmeisers bedrijf namelijk besmet met gg-koolzaad. Daarop werd hij door Monsanto voor de rechter gedaagd. De multinational wilde haar patentrecht op het gg-koolzaad doen gelden en de boer doen betalen omdat dit zaad op zijn veld groeide. Schmeiser heeft jarenlang geprocedeerd. Uiteindelijk moest hij van het Canadese hooggerechtshof niets betalen aan Monsanto, maar was hij wel tonnen proceskosten kwijt.

Omdat Schmeiser en zijn vrouw Louise niets meer met het Monsanto-koolzaad wilden te maken hebben, schakelden ze van koolzaadteelt over op graanteelt. Er bleef echter gg-zaad achter op hun land, jaar na jaar schoten er opnieuw enkele gg-koolzaadplanten op. Toen Monsanto in 2005 weigerde ‘zijn eigendom’ op te ruimen, daagde Schmeiser het bedrijf voor de rechter. Net voor de zitting werd de zaak in minnelijke schikking geregeld.

Schmeiser en zijn vrouw reizen sinds enkele jaren de wereld rond om te waarschuwen voor de introductie van genetisch gemodificeerde gewassen (ggg’s). Ze tonen aan dat co-existentie (het naast elkaar bestaan van gg-teelten enerzijds en conventionele of biologische teelten anderzijds) onmogelijk is. Erger nog, eens een gg-teelt geïntroduceerd is, is het onmogelijk de verspreiding ervan te controleren of ze terug uit het leefmilieu te halen. Bovendien is kruising met planten uit dezelfde familie niet ondenkbaar. “In Canada vind je geen ggg-vrij soja of koolzaad meer”, aldus Schmeiser.

In het bijzonder voor de biolandbouw is de introductie van gg-teelten een enorme bedreiging. Eens een biologisch veld besmet geraakt, kan de oogst niet meer als bio worden verkocht, verliest de teler zijn certificering voor het gewas en kan hij dus jarenlang zijn product niet meer als bio verkopen. Schmeiser was niet mis te verstaan: “de introductie van ggg’s betekent het einde van de biologische landbouw.”

Schmeiser waarschuwt daarenboven voor de steeds groter wordende greep van multinationals als Monsanto op de zaadhandel en de voedselproductie in de hele wereld. Van de door de multinationals beloofde voordelen van gg-teelt, zoals minder pesticidengebruik en hogere opbrengst, is na 13 jaar commerciële teelt nog niets waargemaakt. Integendeel, zie ook deze recente studie van The Organic Center. Monsanto deint er overigens niet voor terug om de firma en producten op agressieve wijze te verdedigen. Getuige daarvan zijn de dreigbrieven aan Schmeisers adres, het langdurig stalken van de hele familie Schmeiser en het opzetten van naburige landbouwers tegen elkaar.

In België staan vandaag (nog) geen ggg’s op de velden. Wallonië wil dat zo houden en riep zichzelf uit tot ggg-vrije zone. In Vlaanderen loopt het helemaal anders. De Vlaamse Regering keurde begin dit jaar een co-existentiedecreet goed en breide daar deze week de eerste twee uitvoeringsbesluiten aan. De Vlaamse regeling wil de ggg-telers alle kansen geven en het ze vooral niet te moeilijk maken. Met deze regeling lijkt Vlaanderen dezelfde zware en onomkeerbare fout te maken als Canada en VSA in 1996. Bij hen is ggg-vrije teelt van soja en koolzaad al lang onmogelijk. Wij hebben nu nog de keuze, maar hoe lang zal dat nog duren, als hier de ggg-teelt ook geïntroduceerd wordt?

Landbouw