CD&V : vooral niet te ambitieus

CD&V blijft aarzelen bij de gedachte dat Vlaanderen een eigen milieubeleid zou kunnen voeren. Niet dat de partij niet erkent dat Vlaanderen met specifieke problemen te kampen heeft, het gevolg van onze dichte bevolking, de grote versnippering van ons landschap en de concentratie aan zware industrie. Maar daaruit besluiten dat we voor die specifieke problemen ook specifieke oplossingen moeten zoeken, gaat voor CD&V een stap te ver. CD&V herhaalt als enige Vlaamse partij het ‘no gold plating’-refrein: wij doen niet meer dan wat Europa ons oplegt. Zo blijven we natuurlijk achteraan het peloton bengelen. CD&V blijft trouwens argwanend tegen allerlei positieve ontwikkelingen: het potentieel hernieuwbare energie wordt systematisch geminimaliseerd, de term ‘passiefhuis’ blijft taboe, maar het geloof in kernenergie en steenkool wordt dan weer met veel nadruk herhaald. Zo gaan natuurlijk de kansen om het milieubeleid mee in te zetten om uit de crisis te raken, één na één verloren. Op één punt laat CD&V wel ambitie blijken: de partij wil er over waken dat ook minder begoeden toegang zouden hebben tot premies om hun huizen beter te isoleren.

Positief

+ CD&V zet sterk in op energiezuinig wonen. Ze pleit daarbij voor een stapsgewijs verstrengen van de energienorm. Let wel: onder de voorbije legislatuur had ze daartoe zeer ruim de kans, maar liet deze liggen. Het pleidooi voor directe premies in plaats van (latere) fiscale aftrek is positief.

+CD&V heeft oog voor het betrekken van kansengroepen in het beleid inzake energiebesparing.

+CD&V wil het rekeningrijden voor vrachtwagens – afgevoerd in de laatste maand van de voorbije legislatuur - in het begin van de legislatuur concretiseren.

+CD&V wil Ecoscore invoeren als basis voor de autofiscaliteit. Maar dat beloofde ze onder de vorige legislatuur ook al.

+CD&V wil werk maken van betere ontsluiting van bedrijven en tewerkstellingsplaatsen met het openbaar vervoer.

+CD&V wil het elektriciteitnet aanpassen om WKK meer kansen te geven (vooral ten behoeve van de landbouw)

Neutraal

+/-  CD&V wil evolueren van afvalbeheer naar ‘duurzaam materialenbeheer’. Maar terzelfder tijd pleit de partij voor meer verbrandingsovens, wat haaks staat op het eerste.

+/-  CD&V wil werk maken van duurzaam ondernemen, maar geeft niet aan hoe ze dat wil aanpakken. Zo is er geen link tussen O&O en duurzaamheid.

+/-  CD&V is wat dubbelzinnig inzake havens en logistiek: sterke nadruk op uitbouw van logistiek en pleidooi voor het afzwakken van regels inzake grote infrastructuurwerken, maar toch vraag naar maximaal gebruik van bestaande infrastructuur en stevige kosten-batenanalyses.

+/-  CD&V herhaalt het ‘no gold plating’ principe nog maar eens: geen eigen milieubeleid, aangepast aan de eigen Vlaamse omstandigheden. We voeren uit wat Europa ons oplegt en niet meer dan dat. Daar staat tegenover dat wel herhaaldelijk verwezen wordt naar de doelstellingen uit het Pact 2020, dat net uitgaat van een krachtig eigen beleid om de achterstand weg te werken.

+/-  CD&V belooft  (nog maar eens) om het Decreet Integraal Waterbeheer uit te voeren. Maar de geloofwaardigheid van die belofte is na de voorbije legislatuur zeer klein geworden. CD&V wil het decreet ook “vereenvoudigen”. We houden ons hart al vast.

Negatief

- CD&V wil niet offensief inzetten op hernieuwbare energie, maar gaat voluit voor steenkool en CCS. Hiermee kiest ze voor inefficiënte en de meest vervuilende technologie. Bovendien herhaalt de CD&V haar pleidooi voor levensduurverlenging van de oudste kerncentrales!

- CD&V pleit er voor de beslissing om de distributienetbeheerder los te koppelen van Electrabel terug te draaien. En dit zonder één woordje uitleg. Bizar en verontrustend.

- CD&V heeft geen voorstellen over hoe om te gaan met het energiegebruik in de industrie. Nochtans zijn daar belangrijke efficiëntiewinsten te boeken, waar de gewestelijke overheid een grote invloed op kan hebben.

- Inzake ruimtelijke ordening zet CD&V vooral stappen achteruit: alle voorstellen komen neer op een verzwakking of uitholling van de principes van het RSV: minder duidelijke grens tussen stad en platteland, ‘tussentijdse herziening van’ (lees: ‘regulariseren van plannen in strijd met’) het RSV. Geen enkele aandacht voor open ruimte en groen. Tenzij in de Brusselse rand waar omwille van het Nederlandstalig karakter  plots wel aandacht gaat naar de omgevingskwaliteit.  Waarom dan niet in de rest van Vlaanderen?

- CD&V heeft geen voorstellen voor het realiseren van milieudoelstellingen in de landbouw (noch inzake mest, noch inzake pesticiden) en – wat nog vreemder is – ze heeft geen oog  voor verdere diversificatie van de landbouw (hoevetoerisme, zorgboerderijen, hoeveverkoop …). Alsof met het mestdecreet alles zou opgelost zijn …

- De CD&V wil het algemeen erkend principe om overstromingen aan te pakken door prioritair water vast te houden, dan te bergen en dan pas (vertraagd) af te voeren koudweg omkeren: eerst baggeren, dan wachtbekkens en dan pas overstromingsgebieden. Over water vasthouden op het terrein geen letter.

- CD&V zegt in haar programma niets concreets over afvalwaterzuivering: noch over de planning, noch over het budget

Bespreking:

Na 5 jaar zeer zwak beleid op het departement leefmilieu lijkt de CD&V toch een klein beetje vooruit te willen denken. Het ‘no gold plating’-dogma staat nog in de teksten, maar botst met de wil om toch de inhaaloperatie uit te voeren die in het Pact 2020 werd beloofd. Het is vandaag onduidelijk naar welke kant de CD&V uiteindelijk zal doorhellen.

Inzake energieproductie zijn de opties van CD&V daarentegen zonneklaar: de partij aanvaardt weliswaar het Europese 20-20 kader als uitgangspunt – daar is weinig keus over – maar kiest dan resoluut voor de meest vervuilende en minst efficiënte technologieën: nucleaire energie en steenkool. Als we in 2020 13 % van onze energie uit hernieuwbare bronnen halen, zal het eerder ondanks, dan dankzij de CD&V zijn.

Positiever is de benadering van de CD&V van energiezuinigheid van het woningpark: door meer premies (in plaats van fiscale aftrek) en systematisch evoluerende normen (die ze tot nu toe niet wenste in te voeren)  zou ons woningpark systematisch energiezuiniger moeten worden. Bovendien heeft CD&V duidelijk oog voor de kansengroepen, die tot nu toe vaak uit de (woon)boot vielen.

Wij maken ons wel zorgen over de evolutie van de CD&V inzake Ruimtelijke Ordening. Waar CD&V steeds het RSV heeft verdedigd, lijkt zij nu Open VLD te volgen in de deregulering en tevens één van de pijlers van het RSV – de duidelijke keuze voor behoud van open ruimte en versterking van de steden – te verlaten.

Bovenal lijkt de CD&V vooral de gevangene van het verleden te blijven. Waar wereldwijd gezocht wordt naar het integreren van de strijd tegen de economische crisis met de strijd tegen de klimaatcrisis, ziet CD&V nauwelijks heil in een vergroenende economie als uitweg. Alles blijft bij het oude. Daardoor dreigt de partij veel kansen op een economisch en ecologisch sterk Vlaanderen te zullen missen.

Klimaatbeleid