Chinese en Amerikaanse cijfers op tafel

Zowel de Verenigde Staten als China hebben cijfers op tafel gelegd in de aanloop naar de klimaattop.

VS-president Obama bevestigde vorige week zijn aanwezigheid in Kopenhagen. Op de top zou Obama aankondigen dat de VS tegen 2020 hun broeikasgasuitstoot met 17 procent zullen reduceren in vergelijking met het uitstootniveau van 2005. Tegen 2025 stelt Obama een reductie van 30 procent voor en tegen 2030 een van 42 procent. Dat pad moet leiden naar een uitstootreductie van 83 procent tegen 2050. Het gebruik van 2005 als referentiejaar in plaats van 1990, mag niet onderschat worden. In 2005 lag de uitstoot van de VS immers 14 procent hoger dan in het internationaal gehanteerde referentiejaar 1990.

China stelde dan weer dat ze haar 'koolstofintensiteit' tegen 2020 met 40 tot 45 procent wil verminderen ten opzichte van 2005. Met 'koolstofintensiteit' wordt gedoeld op de CO2-uitstoot per procent van het bnp. Aangezien het bnp in de voorbije decennia gemiddeld 10 procent steeg en dat in het komende decennium allicht ook zal doen, betekent lagere intensiteit daarom nog geen lagere absolute uitstoot. Bovendien blijft het voorstel vaag over de gehanteerde methodologie en referentie.

 

Willen we de opwarming van de aarde beperken tot 2°C zullen veel verdergaande reducties nodig zijn dan wat nu op tafel ligt. Er is dus nog een lange weg te gaan. Maar het feit dat deze grote uitstoters, die samen verantwoordelijk zijn voor zo’n 20 procent van de wereldwijde CO2 uitstoot, cijfers op tafel leggen, kan de dynamiek voor een klimaatakkoord zeker ten goede komen.

Klimaatbeleid