Creg geeft studie elektriciteitproductie een ‘onvoldoende’

Om zeker te zijn dat we voldoende elektriciteit door de kabels krijgen, bestudeert de federale overheid iedere 3 jaar de toestand van ons elektriciteitsproductiepark. Een uiterst belangrijk werk, want het moet ons toelaten te achterhalen of en welke bijkomende investeringen nodig zijn. De nieuwe prospectieve studie die de Energieadministratie op tafel legde werd zopas aan de Creg (de regulator van de elektriciteitsmarkt) voorgelegd. De Algemene Raad van de Creg is zeer scherp in haar oordeel: “de studie kan in haar huidige staat niet als referentiekader voor de komende jaren dienen…”.

Tot nu toe was het opstellen van deze studies een van de belangrijkste opdrachten van het directiecomité van de Creg. Maar in de vorige regering besliste Marc Verwilghen in al zijn wijsheid dat de federale Energieadministratie beter geschikt zou zijn. Hoewel deze daar niet de capaciteit toe had – en nog altijd niet heeft. Uiteindelijk is na veel discussie de studie opgesteld door het Federaal Planbureau, in samenwerking met de Creg, in opdracht van de administratie.

De oplevering heeft dus vrij veel voeten in de aarde gehad. Het resultaat is een ontwerpstudie die bij haar publicatie al achterhaald is; ze houdt geen rekening met enkele zeer belangrijke recente beslissingen. Zo mist ze  het Europees “2020” klimaat- en energiepakket, dat het kader aangeeft voor het energiebeleid voor de komende 11 jaar. Dat we nu met een onbruikbare studie zitten vormt een ernstig probleem.  Netbeheerder Elia bijvoorbeeld, moet zich voor haar investeringen in het hoogspanningsnet baseren op de prospectieve studie.

De Algemene Raad van de Creg wijst er op dat een snellere planningscyclus nodig is, om rekening te kunnen houden met evoluties in beleid of op de markt. Ze wijst er ook op dat om de bevoorradingszekerheid van ons land te garanderen de regering dringend maatregelen moet nemen om de barrières voor geïnteresseerde investeerders weg te nemen. Zo heeft de regering de mogelijkheid om een offertevraag te lanceren voor nieuwe productiecapaciteit. Wij hameren daar al  jaren op. Het wordt tijd dat deze optie eindelijk serieus bekeken wordt.

De noodzakelijke nieuwe productiecapaciteit zal overigens niet alleen op land staan. De Creg wijst er op dat de studie ook actief naar de Noordzee moet kijken, om de ontwikkeling van offshore wind en het “North sea grid” op te nemen. Zowel BBL als  Greenpeace  wijzen er al lang op dat dit Noordzeepark een zeer aanzienlijk deel van onze elektriciteit kan leveren. De eerste persconferentie daarover is al 8 jaar geleden.

Een van de belangrijkste discussies voor de energiebevoorrading van ons land is immers in hoeverre we ons afhankelijk moeten blijven maken van de buurlanden. Wat als er een stroompanne is in een buurland? Moet België dan volledig in kunnen staan voor de eigen elektriciteitproductie? Op dit moment voeren we netto steeds meer elektriciteit in, een evolutie die ingezet is eind jaren 80. De Creg wil dat in de prospectieve studie onderzocht wordt hoe een autonoom België er uit kan zien.

De koppeling naar de Noordzee is in deze discussie natuurlijk bijzonder belangrijk. Net als hoe de vraag naar elektriciteit zal evolueren. Daarom vraagt de Creg dat er in de volgende prospectieve studie bijzondere aandacht gaat naar energiebesparing. De verwachting is immers dat door toenemende efficiëntie die vraag zal afnemen. Maar tegelijk duiken evoluties op die de vraag naar elektriciteit net kunnen laten toenemen. Een zeer actueel voorbeeld is al de aandacht die gaat naar elektrische voertuigen.

Als uitsmijter – maar zeker niet onbelangrijk: de Creg wijst er op dat de prospectieve studie rekening moet houden met uitzonderlijke weersomstandigheden, zoals hittegolven. Die kunnen bijvoorbeeld kerncentrales verplichten om minder te draaien, omdat ze niet meer gekoeld raken. Hittegolven die bijvoorbeeld het gevolg kunnen zijn van de klimaatverandering. En de Creg wijst er op dat verouderende centrales het risico op onbeschikbaarheid verhogen. Kerncentrales die te lang blijven draaien, denken wij dan spontaan, natuurlijk.