De Europese Kaderrichtlijn Water: een tijger zonder tanden

Europa’s vlaggenschip voor waterbescherming, de kaderrichtlijn water, slaagt er niet in de waterkwaliteit effectief te verbeteren. Eind vorig jaar verstreek de deadline voor het indienen van de geïntegreerde rivierbekken managementplannen (RBMP’s), onderdeel van de kaderrichtlijn water. Toch hebben slechts 14 van de 27 lidstaten dat gedaan, blijkt uit onderzoek van het Europese Milieubureau. Ook Vlaanderen diende een managementplan in voor de Schelde. Het bureau onderzocht ook hoe het gesteld is met de milieuambities van de verschillende lidstaten. De focus ligt vooral op vervuiling door nutriënten: nitraten, fosfor, enz. Slechts 6 RBMP’s, waaronder het plan voor de Schelde, voorzien informatie over de vervuiling door nutriënten. Binnen dit groepje van landen is enige ambitie spoorloos: minder dan 1/3 van het vervuilde oppervlaktewater gaan ze in zijn natuurlijke staat herstellen tegen 2015, voor het overige oppervlaktewater trekken de lidstaten een bijkomend decennium uit. Als voornaamste redenen hiervoor halen de lidstaten het kostenplaatje en het gebrek aan kennis aan. Het Europees milieubureau ziet een beperkte herstel van de natuurlijke waterlopen, maar dit is te mager voor de tien jaar intensief analyseren, beoordelen en consulteren die al in de RBMP’s zijn gekropen. De lidstaten komen niet tegemoet aan de wettelijke minimumvereisten voor de talrijk gebruikte vrijstellingen, laat staan dat ze toekomen aan ambitieuze milieudoelstellingen. Het pad richting duurzaam watermanagement is duidelijk nog niet geëffend.

Waterkwaliteit