De milieubeweging in cijfers

De milieubeweging in Vlaanderen: Wie zijn ze? Wat doen ze? Wat drijft hen? Wij geven je graag een schets van de brede milieubeweging in Vlaanderen op basis van een bevraging bij bijna zeventig milieuverenigingen in Vlaanderen. 

Kerncijfers

  • 778 voltijdse equivalenten werken professioneel aan de realisatie van een duurzaam Vlaanderen. 
  • 448.000 leden hebben vertrouwen in een natuur of milieuvereniging.
  • 67.000 occasionele vrijwilligers en 8500 kernvrijwilligers bouwen mee aan het verhaal van een natuur- of milieuvereniging.

Thema's

De belangrijkste thema’s waar de natuur- en milieuverenigingen in hoofdzaak het verschil in willen maken, zijn natuur en biodiversiteit (67% van de verenigingen), klimaat (50%), mobiliteit en infrastructuur (44%) en open ruimte en ruimtelijke ordening (36%). Nieuwkomer in deze top 5 is ‘Milieu en gezondheid’ (37%).

De sociale component in de ecologische transitie, de impact van de klimaatverandering en de nood aan een stabiel overheidsbeleid beoordelen de bevraagden als de grootste uitdagingen voor de komende jaren. 

Soorten verenigingen

  • Koepelvereniging Bond Beter Leefmilieu (BBL): zet in op het verdiepen, versterken en verankeren van een breed netwerk aan natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen.
  • Ledenverenigingen: zetten in op dienstverlening aan leden en het versterken van hun stem.
  • Thematische verenigingen: verdiepen zich in een breed scala aan natuur- en milieuthema’s.
  • Vormingsorganisaties: zetten specifiek in op natuur- en milieueducatie.
  • Opvangcentra: verzorgen gewonde of verzwakte dieren en dragen zo bij tot het behoud van de biodiversiteit.
  • Actiegroepen: zoeken oplossingen voor lokale uitdagingen.
  • Buurtinitiatieven: verenigen burgers lokaal rond specifieke natuur- of milieuthema’s.
  • Deelinitiatieven: versnellen de transitie richting een deeleconomie.

Methodieken

Verschillende doelstellingen vragen om verschillende methodieken. De natuur- en milieuverenigingen zijn vertrouwd met een breed arsenaal aan methoden en combineren vlot klassieke methoden met een vernieuwende aanpak. De ideale manier om hun missie te realiseren, is volgens meer dan de helft van de verenigingen het opzetten van campagnes en het uitrollen van een belevingsaanbod (wandelingen, rondleidingen, etc.). Lerende netwerken en participatietrajecten blijven populair en ook experimenteel werken wint aan belang.

Voorts merken we ook een versnelling richting verdere inhoudelijke professionalisering op. Onderzoek en studie winnen aan belang, net zoals adviesverlening aan de overheid en aan ondernemingen, en meer dan de helft van de verenigingen wil de komende jaren (zeer) vaak inzetten op beleidsdossiers. Samen staan we sterk geldt ook hier: meer dan 70% geeft aan sterker te willen werken met coalities. Tijd dus om de handen nog meer in elkaar te slaan! 

Bereik en doelgroepen

In 2019 lokten activiteiten georganiseerd door de Vlaamse natuur- en milieuverenigingen 1.250.000 deelnemers: gemiddeld  36.000 deelnemers per gewestelijke vereniging, 7.250 deelnemers per regionale vereniging en 1.250 deelnemers per lokale vereniging. 

Particulieren en gezinnen blijven in 2020 de belangrijkste doelgroep, gevolgd door beleidsmakers. De intentie heerst om deze doelgroepen nog verder uit te breiden met een aangescherpte focus voor ondernemingen, non-profits, scholen, burgerinitiatieven en coöperaties. 

Ook het communicatiebereik was nog nooit zo groot: we tellen samen bijna een half miljoen abonnees op online nieuwsbrieven, bereiken een kwart miljoen burgers via campagnes en acties en hebben samen 14 miljoen volgers op Facebook.

Financiering

Gemiddeld wordt bijna tweederde van de opbrengsten door de organisaties zelf gegenereerd. Ruim eenderde komt van opbrengsten uit subsidies: zowel van de Vlaamse overheid (28%) als van subsidies via gemeenten en provincies (9%). 

Meer dan 1 op 5 van de voor deze cijfers bevraagde organisaties geeft aan geen subsidies te ontvangen. 

Iets minder dan de helft (48%) van de organisaties ontvangt subsidies als milieu- en natuurorganisatie. 

De subsidies van de Vlaamse overheid vormen de grootste inkomstenbron, gemiddeld 28% van de inkomsten komen hiervan. Andere belangrijke inkomstenbronnen zijn het leveren van diensten (gemiddeld 12% van de totale inkomsten), lidgelden (10%), particuliere giften (10%) en subsidies via gemeenten en provincies (9%). 

Tewerkstelling

In 2020 stellen de natuur-, milieu- en ruimteorganisaties die lid zijn van Bond Beter Leefmilieu samen 778 VTE in dienst. Het gaat hierbij over verschillende types medewerkers: beleidsmedewerkers, projectmedewerkers, educatieve medewerkers, administratieve medewerkers en arbeiders. Meer dan de helft van de leden van BBL stelt echter geen personeel te werk. Het gaat hierbij vooral om lokaal of regionaal georganiseerde organisaties.  

Een gewestelijke vereniging heeft gemiddeld 23 VTE in dienst, verdeeld over gemiddeld 28 personeelsleden en een regionale gemiddeld 2,8 VTE verdeeld over 3,4 koppen. Gemiddeld kan een lokale organisatie minder dan één halftijdse (0,46 VTE verdeeld over 0,71 koppen) tewerkstellen; al zal dit cijfer in werkelijkheid nog lager liggen. Regionale en lokale organisaties realiseren hun doelstellingen voornamelijk door het activeren van vrijwilligers, die in vele gevallen de basiswerking van de organisatie verzorgen.

Impact van de sector

Op basis van de gegevens waarover we beschikken, manifesteert de impact van de milieusector zich op verschillende vlakken:

  • Informeren, sensibiliseren en activeren van burgers 
  • Verduurzamen van beleid op diverse niveaus: van lokaal tot Europees beleid 
  • Aankoop, beheer en openstelling van natuurgebieden
  • Verduurzamen van beleid van organisaties via advies, dienstverlening en samenwerking
  • Mogelijk maken van burgerinspraak en -participatie
  • Uitwisselen van kennis en expertise in het brede middenveld

2012-2020: evoluties

In 2012 maakten we ook een dergelijk profiel van de natuur- en milieuverenigingen. In vergelijking daarmee merken we dat het draagvlak voor en de relevantie van natuur- en milieuverenigingen erg verhoogd is de laatste jaren. Stijgende cijfers in leden, vrijwilligers en bereikte doelgroepen bevestigen deze tendens. Thematisch winnen klimaat, gezondheid en sociaal-rechtvaardigheid aan belang. 

Het bereik van de verenigingen is ook sterk gegroeid, onder andere door innovatie en responsiviteit op actuele ontwikkelingen. Zo zien we de waarnemingen op waarnemingen.be (Natuurpunt) stijgen van nog geen 2 miljoen naar 6,5 miljoen.  Maar ook een gespecialiseerde website zoals ecobouwers.be (Bond Beter Leefmilieu) kent jaarlijks een uniek bereik van 1 miljoen Vlamingen. 

  

Op vlak van financiering zetten de verenigingen aanzienlijk meer in op het verwerven van eigen inkomsten. Verder stellen we vast dat de milieusector meer dan ooit verbinding zoekt met andere sectoren. 

Deze samenwerkingen zorgen voor een maatschappelijke verankering en hebben zowel impact op de thema’s waarop wordt ingezet als de manier van werken. Natuur, klimaat en milieu wordt niet meer als niche thema beschouwd, maar als horizontale draad die verschillende thema’s in onze samenleving omhelst.

Conclusie?

We concluderen dat er niet één type natuur-, klimaat- en milieuvereniging in Vlaanderen is. De uitdagingen waar we voor staan zijn divers en de natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen weerspiegelen die diversiteit. Een verdere professionalisering op inhoudelijk en organisatorisch vlak stuwt de verenigingen richting meer impact. Een ondernemende houding maakt ruimte voor innovatie en onconventionele partnerschappen waarin het belang van ondernemingen enkel toeneemt. De altijd groeiende bewustwording van de bevolking in combinatie met een groot aantal vrijwilligers, leden en personeelsleden, zorgen ervoor dat we ook in 2021 klaar staan om verder te bouwen aan een duurzaam en inclusief Vlaanderen.