De toekomst is hernieuwbaar

Een studie van de Franstalige beroepsfederatie voor hernieuwbare energiebedrijven EDORA en diens Vlaamse tegenhanger ODE, toont aan dat België tegen 2020 16 tot 18 procent van de energievraag uit hernieuwbare energie kan halen. Hiermee zou ons land ruimschoots aan de Europese verplichting voldoen die stelt dat we tegen 2020 13 procent van onze energieconsumptie uit hernieuwbare bronnen moeten halen. Vandaag bedraagt het aandeel hernieuwbare energie in België een kleine 3 procent.

Van de vraag naar elektriciteit - goed voor een kwart van ons energieverbruik - zou 28 procent uit hernieuwbare energie kunnen komen. Windenergie, zowel op zee als op land, staat hierbij in voor het leeuwendeel van de groene energievoorziening. Daarnaast zal ook het aandeel zonne-energie aanzienlijk stijgen. Van de vraag naar warmte, de helft van de totale energievraag, zou 14 procent tegen 2020 kunnen worden gedekt door hernieuwbare energie. Volgens de studie zou voor transport - een kwart van de energievraag - 8 procent uit biobrandstoffen kunnen worden gehaald. 

Met de start van de bouw van het tweede windturbinepark op zee vorige week, is er  weer een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van windenergie op zee, maar om het geschetste toekomstbeeld werkelijkheid te laten worden, is er nog heel wat werk aan de winkel. Op zee is er nood aan nieuwe concessiezones voor windenergie, en op land is er nood aan een duidelijk ruimtelijk kader voor de inplanting van windturbines en andere hernieuwbare energie-installaties. Dit moet een gerichte versterking van het elektriciteitsnet mogelijk maken. Bovendien moet er een oplossing gevonden worden voor de sterke restricties die de luchtvaartsector momenteel oplegt bij de bouw van winturbines op land. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in warmtenetwerken en is er nood aan een gerichte ondersteuning voor hernieuwbare warmte.

We hebben dus nog heel wat werk voor de boeg. Maar het resultaat loont. Door te investeren in hernieuwbare energie verzekeren we ons niet alleen van een energievoorziening zonder CO2- en andere schadelijke uitstoot, we creëren hiermee ook duizenden jobs.

Bond Beter Leefmilieu ondersteunt volop een doordachte verdere uitbouw van hernieuwbare energie, maar blijft bijzonder waakzaam ten opzichte van de inzet van biomassa in het algemeen en biobrandstoffen in het bijzonder. Zonder sluitend duurzaamheidskader bestaat het risico dat de import van biomassa neerkomt op het exporteren van problemen en CO2-emissies. Biomassa die wel aan duurzaamheidscriteria voldoet, wordt daarenboven best efficiënt ingezet in vaste installaties. Biobrandstoffen in het transport vormen een zeer inefficiënt gebruik van waardevolle grondstoffen.

Windenergie