De toekomst van zonnepanelen

Al meer dan een jaar vernemen we via de pers dat we heel veel betalen voor de zonnepanelen van de onze buren. Dat het vaak niet om de zonnepanelen van onze buren gaat, maar om de grootschalige installaties van zonnepanelen van bedrijven, vergroot de verontwaardiging nog meer. Terecht. Maar in onze grote verontwaardiging dreigen we het kind met het badwater weg te gooien.

Zonnepanelen kosten minder dan Eandis vertelt

Zonnepanelen zijn immers niet zo duur als we wel denken. Uit een berekening van Knack blijkt nu dat netbeheerder Eandis de cijfers voor de kost van zonnepanelen sterk overdrijft. De berekeningsnota is hemeltergend leugenachtig’, zo stelt het weekblad.  Eandis heeft sterk opgeklopte cijfers gebruikt om een verhoging van de distributienettarieven te motiveren. Hiermee wordt bevestigd wat de zonne-energiesector zelf ook al stelde. Volgens de sector betaalden we eind 2010 gemiddeld 16 euro per jaar aan zonnepanelen. In 2020 zal dat bedrag stijgen tot 24 euro per gezin per jaar, door de elk jaar dalende prijs van de groenestroomcertificaten. Heel wat minder dan de cijfers die Eandis naar voor schuift.

Kost steeds minder

 

De ondersteuning van zonnepanelen kost geld, dat valt niet te ontkennen. En ja, de ondersteuning van groenestroom kan nog efficiënter. De kostprijs van het systeem kan allicht nog gedrukt worden en ook de verdeling van die kost over gezinnen en bedrijven moet eerlijker gebeuren. Zo betaalt de kleine consument het leeuwendeel van de kost voor de zonnepanelen, terwijl de bedrijven de meeste zonnepanelen installeerden. Ook die anomalie moet rechtgezet worden.

Maar laten we niet vergeten dat de ondersteuning van hernieuwbare energie een uitdovend systeem is. In tegenstelling tot fossiele energie en kernenergie wordt zonne-energie, net als windenergie, immers alleen maar goedkoper. Zo geven recente cijfers van EPIA, een belangenverdediger van zonne-energie producenten, aan dat zonne-energie in 2020 goedkoper zal zijn dan steenkool. In diverse delen van Europa kan deze mijlpaal al in 2013 worden bereikt.

Bovendien vermijden we met wat we vandaag aan zonnepanelen betalen, een veel hogere energiefactuur later. Indien we niet massaal in de omschakeling naar een hernieuwbare energiebevoorrading zouden investeren, riskeren we op termijn pas een echt gepeperde rekening. Uit een rapport van Greenpeace blijkt dat de elektriciteitsvoorziening in Europa tegen 2050 bijvoorbeeld dubbel zo duur zou worden, van een 240 miljard/jaar vandaag tot 500 miljard in 2050, indien we afhankelijk blijven van de traditionele brandstoffen met steeds stijgende prijzen.

Hernieuwbare energie is noodzakelijk

Dat de klimaatverandering dramatische gevolgen kan hebben, dat weet ondertussen het kleinste kind. Toch kunnen de echt duurzame oplossingen voor de klimaatverandering zoals zonnepanelen op bijzonder weinig sympathie en steun rekenen. Mensen met zonnepanelen op hun dak zijn kop van jut en krijgen het verwijt de energiefactuur van de buurman de hoogte in te jagen. Dat investeren in een duurzame energievoorziening essentieel is om de klimaatverandering te milderen, lezen we echter zelden. De vele mensen die ondertussen aan het werk zijn gegaan in de sector van hernieuwbare energie komen weinig in beeld.

We horen weinig protest tegen de groene stroomcertificaten die we betalen aan de huidige energieproducenten voor het toevoegen van biomassa in vervuilende steenkoolcentrales en bij het verbranden van afval. Toch zijn dat geen echt duurzame oplossingen.

Kijken we naar de lange termijn, dan zijn zonnepanelen wel onderdeel van een echt duurzame oplossing. Samen met een doorgedreven energiebesparing en andere propere energiebronnen verzekeren ze ons van een zonnige energietoekomst.

Windenergie