Diesels in bedrijfswagenpark wegen op luchtkwaliteit

De studies die de schade van dieseluitlaatgassen voor mens en milieu aantonen, stapelen zich op. Toch stuurt de federale fiscaliteit nog altijd richting diesels in het bedrijfswagenpark. Vlaanderen toont nú al aan dat het anders kan. Een vergroende voertuigfiscaliteit moet niet enkel naar zuinige wagens sturen, maar moet ook voor minder luchtvervuiling zorgen.

Voorbije zomer verhoogde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de classificatie van dieseluitlaatgassen van ‘mogelijk kankerverwekkend’ naar ‘kankerverwekkend’ . De uitlaatgassen komen daarmee in de meest schadelijke categorie, samen met asbest of cyanide. Christophe Portier, een expert die betrokken was bij de beslissing, verduidelijkte aan het nieuwsagentschap Reuters: “De groep experten is het er unaniem over eens: dieseluitlaatgassen veroorzaken longkanker. We moeten onze blootstelling eraan beperken.” Voor alle duidelijkheid: bij een gezondheidskuur moet u zich evenmin achter een benzinewagen plaatsen. Benzinewagens met directe injectie stoten bijvoorbeeld veel ultra fijn stof uit. Maar vooralsnog schaalt de WHO het gevaar van benzine uitstoot nog een categorie lager in dan die van diesel.

De Europese Unie legt steeds striktere euronormen op voor nieuwe voertuigen. Die hebben al tot een verbetering geleid: nieuwe wagens vervuilen minder. Toch is er een opvallend verschil tussen diesel- en benzinewagens. Niet alleen mogen dieselwagens die momenteel op de markt komen driemaal zo veel stikstofoxiden (NOx) uitstoten als benzinewagens. Verschillende studies tonen aan dat de uitstoot van stikstofoxiden door dieselauto’s de norm in realistische rijomstandigheden ver overschrijdt. Dit in tegenstelling tot benzinewagens. Zelfs de dieselwagens die in de toekomt op de markt zullen komen -EURO-6 norm, die verplicht wordt vanaf 2014 – halen volgens de eerste tests de wettelijk vastgelegde uitstootlimieten niet. Mede door de hoge NOx uitstoot van dieselwagens overtreedt Vlaanderen in haar steden en langs snelwegen de Europese grenswaarden voor stikstofdioxide.

Toch lezen we regelmatig krantenkoppen zoals “Verkoop milieuvriendelijke wagens met bijna de helft gedaald” wanneer de verkoop van dieselauto’s terugvalt. De reden: diesels hebben gemiddeld genomen een iets lagere CO2-uitstoot per kilometer dan benzinewagens. Wie de impact op mens en milieu van uitlaatgassen reduceert tot de CO2-uitstoot komt tot zulke misleidende berichten. Maar zelfs dat laatste voordeel van dieselauto’s staat nu op losse schroeven. Recent onderzoek toont aan de “black carbon”, waaronder dieselroet, driemaal slechter is voor het klimaat dan eerder gedacht. De deeltjes houden warmte vast en zorgen ervoor dat sneeuw en ijsvlaktes minder zonlicht weerspiegelen. Black carbon zou na CO2 van alle menselijke vervuiling het meest de klimaatopwarming veroorzaken. Kortom, het minieme klimaatvoordeel van dieselwagens staat ook op losse schroeven.

In België komen bijna de helft van de wagens als bedrijfswagen op de markt. Het overgrote deel daarvan zijn dieselwagens. De Standaard berichtte dat van de 8.000 nieuwe bedrijfswagens die Athlon Car Lease in 2012 inschreef, 97,5 procent dieselwagens zijn. Dat komt in grote mate doordat de federale overheid bedrijfswagens met een lagere CO2-uitstoot bevoordeelt, maar geen rekening houdt met de luchtvervuiling die ze veroorzaken. Bedrijven kunnen bij aankoop van een diesel een hoger bedrag inbrengen in de vennootschapsfiscaliteit. De Vlaamse overheid heeft die benadering al losgelaten. Met de Belasting op In Verkeersstelling (BIV) stuurt ze niet alleen naar zuinige wagens, maar ook naar minder luchtvervuiling (NOx, fijn stof enz.). Waarop wacht de federale overheid om een kleine aanpassing in de bedrijfswagenfiscaliteit door te voeren? De afschaffing van een  federale CO2 premie heeft er bijvoorbeeld al toe geleid dat er minder diesels verkocht worden aan particulieren. Maar toch moedigt diezelfde overheid in de bedrijfswagenmarkt nog steeds de aankoop van voertuigen aan die volgens een betrouwbare maatstaf zoals de ecoscore het minst milieuvriendelijk zijn.

Mathias Bienstman (beleidsmedewerker klimaat, Bond Beter Leefmilieu), Dirk Avonts (professor Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, Universiteit Gent), Bruno De Borger (Gewoon Hoogleraar Economie en Transporteconomie, Universiteit Antwerpen), Tobias Denys (Projectverantwoordelijke, Onderzoeksteam Transport & Mobiliteit, VITO)  Christophe Depamelaere (Sportarts), Marc Goethals (Cardioloog, OLV Ziekenhuis Aalst), Miguel Vertriest  (beleidsmedewerker Netwerk Duurzame Mobiliteit).

Luchtkwaliteit