Duurzame boeren vinden geen grond

Geen landbouw zonder land, dat spreekt voor zich. Toch is net het gebrek aan toegang tot grond een groot probleem voor vele (aspirant-)boeren in Vlaanderen. Europese cijfers tonen bovendien de gevolgen van toenemende machtsconcentratie en schaalvergroting voor een lokale en duurzame landbouw.

Boerenstiel verliest grond

De laatste jaren is er een sterke daling van het aantal boerenbedrijven en de oppervlakte landbouwgrond. Tegelijk zien we hoe enkele grote spelers de grootste brok van het land naar zich toetrekken: 3 procent van de Europese boerderijen controleren 50 procent van het totale landbouwoppervlak.

De prijs van landbouwgrond stijgt dan ook enorm. In Vlaanderen kost een hectare gemiddeld meer dan 25.000 euro met uitschieters tot 80.000 euro. Dat zijn prijzen die nooit met de inkomsten uit de landbouw terugbetaald kunnen worden. Zij die dat geld wel hebben, vaak investeringsmaatschappijen, worden de nieuwe grootgrondbezitters.

Bovendien vergrijst het boerenbestand. In Europa zijn 53 procent van de landbouwers ouder dan 55 jaar. Deels door de uitdagingen waarvoor de landbouw staat, is opvolging niet makkelijk. Maar 14 procent van de Vlaamse boeren ouder dan 50 heeft een opvolger. Wat gebeurt er met de boerderijen die stoppen? Worden ze opgeslokt door de grootste? Of krijgen de familiale landbouw en startende boeren ook kansen?

Grondbeleid

In Vlaanderen wordt zo’n 63 procent van het landbouwareaal gepacht. Deze pachtwetgeving werd met de 6de staatshervorming overgeheveld naar de gewesten. Bij de herziening van de wet moet gewaakt worden over de mogelijke liberalisering van de pacht en een dalende bescherming van boeren. Er ligt hier een kans om bij de aanpassing van de pachtwetgeving een kader te scheppen waardoor toegang tot grond geen exclusief privilege wordt.

Kansen liggen er ook bij de vele gronden die nog in het bezit zijn van overheden, zoals de OCMW’s. Door deze gronden in publiek bezit te houden, kan er op termijn ook beleid gevoerd worden met deze gronden. Zo kunnen er bijvoorbeeld vereisten rond duurzame landbouwpraktijken ingesteld worden, naast de vrijheid van teeltkeuze. Vele OCMW’s, in Leuven en Gent bijvoorbeeld, zetten al te makkelijk hun grond te koop om hun financiën in evenwicht te houden. Een kortetermijnbenadering, want de gronden zullen waarschijnlijk nooit meer in publiek bezit komen en zo verliezen we weer een maatschappelijke hefboom om de landbouw bij te sturen.

Gelukkig gebeurt er wat van onderuit. Om Vlaamse en Waalse boeren toegang tot grond te bieden en slapend kapitaal te activeren, zijn De Landgenoten en Terre en Vue opgericht. Deze stichtingen zetten zich in om geld te verzamelen om grond te kopen die dan blijvend biologisch wordt bewerkt. Zij bieden de kans om toegang tot grond en de zorg voor de bodem te combineren.

Landbouw