Een duw in de rug voor groene én warme stroom aub

Hernieuwbare energie zit in de lift. Maar die lift gaat helaas tergend langzaam omhoog. Met kleine stapjes verhoogt Vlaanderen in 2011 het aandeel van hernieuwbare energie in de energiebehoefte van 3,4% in 2010 naar 3,8% in 2011. De doelstelling van 13% in 2020 is nog ver verwijderd van de realiteit. We kunnen het dan ook niet genoeg herhalen; er is nog veel werk aan de winkel. De steun aan groene energie moet doordacht gebeuren. Er is nood aan een duidelijke lange termijnvisie, die zorgt voor een stabiel investeringsklimaat, ook met oog op de kortere termijn. Verder mag het grote potentieel aan groene warmte niet onaangeroerd blijven.

Elektriciteit kleurt in toenemende mate groen. Er is een lichte stijging waar te nemen van groene stroom in het totale elektriciteitsgebruik. PV-panelen zijn daartoe de grootste bijdragers dankzij de steun van groenestroomcertificaten. Zonnestroom is in 2011 verdubbeld t.o.v. 2010. Dit ondersteuningsmechanisme moet in de toekomst correct afgestemd worden op de verschillende hernieuwbare energie technologieën.

Vooral het aandeel van groene warmte en koeling hinkt achterop. Met amper 0,1% stijgt het aandeel van groene warmtegebruik van 2,5% in 2010 naar 2,6% in 2011. Een groot potentieel blijft zo onaangeroerd. Met het Actieplan Groene Warmte zet de Vlaamse overheid een eerste stap naar het aanboren van dit potentieel, maar een langetermijnvisie is hoogst noodzakelijk.

Biomassa blijft oververtegenwoordigd als hernieuwbare energiebron. Het aandeel stijgt in 2011 naar 47,4%. Hoewel er voor biomassa een belangrijke rol is weggelegd, is doordacht gebruik aangewezen. De duurzaamheid kan immers niet altijd gegarandeerd worden. Het is daarom van groot belang om tot duidelijke en bindende duurzaamheidcriteria te komen op internationaal en Europees niveau. Die criteria dienen de federale en regionale beleidsmakers te verankeren in hun energiebeleid.

Windenergie Groene warmte