Een goed klimaatakkoord laat ruimte voor verbetering

Het aftellen naar de klimaattop in Parijs dit najaar is begonnen. De beloftes van de afzonderlijke landen voor het terugdringen van hun CO2-uitstoot zijn voorlopig nog bijzonder mager. We moeten dan ook opletten dat die cijfers niet zo gebeiteld worden in het akkoord. Dat moet een flexibel verbeteringsmechanisme bevatten, waarmee de landen hun ambities ook na de top naar omhoog kunnen bijstellen.

Meer en beter

Op negentig dagen van de top in Parijs hebben 56 landen engagementen ingediend die overeenstemmen met ongeveer 65% van de globale CO2-uitstoot. Van 140 landen worden nog toezeggingen verwacht. Maar met de beloftes van vandaag komen we er niet: deze toezeggingen zijn ruim onvoldoende om de opwarming van de aarde tot 2°C te beperken, zoals ook de organisatie Climate Action Tracker vaststelt in een briefing van 1 september 2015.

Het is gevaarlijk om de te lage ambities van vandaag zonder meer te betonneren in een klimaatakkoord in Parijs. We weten dat er juist méér moet gebeuren. Volgens een optimistisch (maar noodzakelijk) scenario zullen op het moment dat een land verhoogde inspanningen gaat leveren, ook andere landen daardoor meer gaan doen, ook na een akkoord in Parijs.

De onderhandelingen moeten daarom volop inzetten op een flexibel revisie- en verbeteringsmechanisme van de huidige en toekomstige toezeggingen. Dat is mogelijk met korte revisieperiodes van de nationale toezeggingen, bijvoorbeeld om de vijf jaar, waarin de ambities van landen enkel omhoog kunnen bijgesteld worden.

> www.climateactiontracker.org

Klimaatbeleid