Een halfslachtige kernuitstap als compromis à la belge

De kogel is door de kerk. Vorige week besliste het federale kernkabinet over de toekomst van de kerncentrales in ons land. Het goede nieuws:  Doel 1 en 2 gaan dicht zoals gepland in 2015. Het slechte nieuws: de levensduur van de oudste kernreactor van Tihange wordt met 10 jaar verlengd. Tihange zal in 2025 op de stokoude leeftijd van 50 jaar sluiten en wordt daarmee één van de oudste kerncentrales wereldwijd. 

Deze gedeeltelijke sluiting ruikt naar een “compromis à la belge”. Maar zal dit compromis er nu echt voor zorgen dat we breken met onze afhankelijkheid van kernenergie en plaats ruimen voor een duurzame energietoekomst? Bond Beter Leefmilieu maakte een analyse van de recente beslissing over de kernuitstap.

Alles voor de bevoorradingszekerheid?

“Bevoorradingszekerheid” is het buzzwoord dat een levensduurverlenging van Tihange 1 moet rechtvaardigen. Volgens het recent uitrustingsplan van de federale administratie dreigt de komende jaren (tussen 2014 en 2017) een stroomtekort op momenten van zeer hoge vraag. Deze “piekvraag” momenten zijn beperkt en vinden voornamelijk plaats op zeer koude winterdagen. Om deze zeer uitzonderlijke periodes van hoge elektriciteitsvraag te dekken, wil men nu een logge, oude en onveilige kernreactor die full time op volle kracht draait 10 jaar langer openhouden. Het is alsof je 10 jaar lang het hele jaar door met een winterjas aanloopt om er toch maar zeker van te zijn dat je op de koude winterdagen warm ingeduffeld bent.

Wie het uitrustingsplan van de administratie van dichtbij bekijkt, stelt vast dat dit “bevoorradingsprobleem” zich in de praktijk overigens niet noodzakelijk stelt. Alles hangt af van de aannames die je voor de komende jaren hanteert. Ga je uit van een jaarlijkse daling van de elektriciteitsvraag met 1%, dan stelt zich geen probleem met de bevoorradingszekerheid. Ook met een sluiting van de oudste drie kernreactoren in 2015, kunnen we dan heel het jaar door op onze beide oren slapen. Is dat onrealistisch? Absoluut niet. De voorbije zes jaar daalde het energieverbruik met 12 % of gemiddeld 2 % per jaar. Bovendien hebben we in ons land nog een enorm potentieel om elektriciteit te besparen. Uit een recent rapport van CLIMACT blijkt dat we in België tegen 2015 maar liefst 4 TWh aan elektriciteit kunnen uitsparen. Dit is meer dan de capaciteit van de oudste kernreactor in Doel. Door de elektriciteitsvraag te beheersen kunnen we een levensduurverlenging van Tihange dus perfect vermijden. Dit is niet alleen goed voor de bevoorradingszekerheid, maar ook geen overbodige luxe in het energieverslindende België. Het is dan ook merkwaardig dat men in de beslissing van het kernkabinet niet verder komt dan te stellen dat een beheersing van de energievraag « belangrijk » is. Concrete beslissingen en maatregelen om onze energievraag – en in het bijzonder de piekvraag- in toom te houden blijven uit. Om de energievraag en de piekvraag te beheersen hebben zowel de Gewesten als het federale niveau de hefbomen in handen. Dat pleit voor een gecoördineerd energiebesparingsbeleid tussen het federale niveau en de gewesten. Daarvan ontbreekt tot op vandaag elk spoor. 

Bovendien is België geen energie-eiland, maar ingebed in een Europese energiemarkt. We zijn al jarenlang invoerder van elektriciteit en dat heeft nog nooit problemen gegeven. In Nederland wordt vanaf 2014 een overcapaciteit van minstens 25% verwacht, tegen 2018 zou dit overschot zelfs oplopen tot 124%. Het is te gek om hier geen gebruik van te maken en in de plaats onze verouderde centrale open te houden.

Een kerncentrale langer openhouden vormt een probleem, niet de oplossing

In tegenstelling tot gascentrales, kenden investeringen in hernieuwbare energie de voorbije jaren een stevige groei. Onder impuls van de Europese hernieuwbare energiedoelstellingen vonden wind- en zonne-energie steeds meer aansluiting op ons elektriciteitsnet. Deze flexibele en propere energievormen zijn niet compatibel met de oude en onflexibele kerncentrales die constant stroom blijven produceren. Dit zorgt voor een nieuw probleem: een teveel aan elektriciteitsproductie in de zomermaanden. Door een onflexibele kerncentrale langer open te houden, zullen we blijven geconfronteerd worden met een overschot aan elektriciteitsproductie in de zomer. Een levensduurverlenging van onflexibele kerncentrales zet dus een rem op de verdere ontwikkeling van hernieuwbare energie. 

Willen we hernieuwbare energie echt laten groeien? Dan hebben we nood aan nieuwe en flexibele gascentrales die perfect kunnen inspelen op vraag en aanbod van elektriciteit. En dat blijkt –gegeven het Belgische investeringsklimaat- een bijzonder grote uitdaging.

Is het investeringsklimaat nu echt gered?

De sluiting van de drie oudste en kleinste kernreactoren was al gepland bij de stemming van de wet op de kernuitstap in 2003. We hadden dus meer dan tien jaar de tijd om de eerste, en bescheiden, fase van de kernuitstap voor te bereiden. Helaas blonk ons land de voorbije tien jaar uit in een non-energiebeleid. Regering na regering werd de haalbaarheid van de kernuitstap in twijfel getrokken. Dit zorgde voor een zeer ongunstig en onstabiel investeringsklimaat. Investeringen in de noodzakelijke nieuwe gascentrales, die niet alleen oude kernreactoren maar ook oude steenkoolcentrales moesten vervangen, bleven uit. Nieuwe gascentrales bleken bovendien economisch onrendabel omdat ze door de grote hoeveelheid kernenergie en het toenemend aandeel hernieuwbare energie steeds minder uren kunnen draaien. Bovendien moeten nieuwe producenten in ons land opboksen tegen een dominante speler die dankzij afgeschreven kerncentrales zeer goedkoop stroom kan produceren.

Hoog tijd dus om ervoor te zorgen dat investeringen in nieuwe gascentrales van de grond komen. Een verouderde en winstgevende kerncentrale 10 jaar langer openhouden waartegen nieuwe en gascentrales moeten concurreren, lijkt alvast geen recept voor succes. Het voorliggende voorstel - een offertevraag met subsidies voor nieuwe gascentrales – is niet veel meer dan symptoombestrijding. Het risico is bovendien reëel dat dergelijke regeling de bestaande flexibele centrales de markt zal uit prijzen. Bovendien is het maar de vraag of onze regering haar plannen zal kunnen uitvoeren. De kans is klein dat de Europese Commissie toelaat dat de Belgische Staat fossiele elektriciteitsproductie gaat subsidiëren. Zeggen dat je voor meer investeringszekerheid wil zorgen en dan rechtstreeks in een juridisch kluwen terecht komen, dat kan je moeilijk goede besluitvorming noemen.

Een sluiting van 6 van de 7 kerncentrales volgens plan, dat is toch goed?

Het kernkabinet verankerde de uitstapkalender in de wet op de kernuitstap. Alle centrales, behalve die van Tihange 1, zullen (min of meer) sluiten zoals oorspronkelijk gepland. Het befaamde artikel 9, dat een afwijking van die kalender toestond omwille van de bevoorradingszekerheid, wordt geschrapt. In principe is de uitstap tot 2025 dus “gebetonneerd”. De besluitvormers klopten zich dan ook op de borst met de boodschap dat er toch 6 van de 7 centrales worden gesloten zoals gepland en dat België tegen 2025 volledig zal afstappen van kernenergie.

Een levensduurverlenging van Tihange 1 met 10 jaar dreigt dit engagement echter al meteen onderuit te halen. Door Tihange 1 tien jaar langer open te houden, zullen tussen 2022 en 2225 5000 MW aan centrales moeten gesloten worden. De 900 MW die in 2015 wegvalt (en die er eigenlijk 1800 had moeten zijn) zijn daar tegenover peanuts.

Het is dan ook van kapitaal belang om onmiddellijk de nodige maatregelen te nemen die een duurzame energietoekomst verzekeren. De regering moet nu resoluut kiezen voor investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing. De besluiteloosheid en passiviteit die volgde op de wet van 2003 zijn in geen geval voor herhaling vatbaar.  Met wat vandaag op tafel ligt, is het absoluut nog niet duidelijk of we de komende jaren een energiebeleid die naam waardig zullen kennen. Het circus van de voorbije weken, waarbij de bevoegde staatssecretaris zijn plannen al in de pers gooide alvorens er een akkoord over bereikt was met andere partijen, laat staan met andere bestuursniveaus, belooft alvast weinig goeds. 

En wie gaat dat allemaal betalen ?

«Betaalbaarheid » bleek nog zo’n buzzwoord in de beslissing over de kernuitstap. De genomen beslissing zou een betaalbare elektriciteitsvoorziening moeten garanderen voor de consument. We durven dit echter ten stelligste betwijfelen. De regering laat de consument immers twee keer betalen.

Als consument betalen we al jaar en dag veel te veel voor de energie uit de verouderde en afgeschreven kerncentrales. De inning van een nucleaire rente van 550 miljoen euro per jaar moest een einde maken aan die onrechtmatige winsten. De superwinsten van de kerncentrales liggen volgens de onafhankelijke energieregulator CREG echter twee keer zo hoog. Een verhoging van de nucleaire rente is dan ook nodig om de onrechtmatige winsten af te romen. Niets wijst er echter op dat onze regering daar werk van zal maken. Integendeel, er wordt nu gesproken van een verlaging van de rente om de sluiting (en terbeschikking stelling aan de markt) van een deel van de centrales op te vangen. Een gedeeltelijke sluiting van de kerncentrales doet niets af aan de noodzaak om de volledige onrechtmatige winsten af te romen van de overblijvende kernreactoren en deze te investeren in hernieuwbare energie en energiebesparing.

Daarnaast wil de regering nieuwe gascentrales subsidiëren. Door afgeschreven kerncentrales onvoldoende te belasten en daarnaast gascentrales te subsidiëren, laat men de consument twee keer langs de kassa passeren.

Door 20% van de nucleaire productie aan de markt ter beschikking te stellen, zou door een aangewakkerde marktwerking de prijs voor de consument moeten dalen. Het is maar sterk de vraag of een veiling van capaciteit aan andere grote producenten effectief zal leiden tot een prijsdaling voor de consument. Bovendien zou het geld dat men nu steekt in het upgraden van de onveilige oude kernreactor van Tihange, veel beter toekomstgericht geïnvesteerd worden in maatregelen voor energiebesparing, hernieuwbare energie en flexibele gascentrales). Gezinnen en bedrijven worden met andere woorden met een kluitje in het riet gestuurd.

Fukushima? Alweer lang vergeten…

Het lijkt alsof het veiligheidsaspect in heel het kernenergiedebat alweer van de agenda verdwenen is. Amper één jaar na Fukushima is echter overduidelijk dat een veilige kerncentrale niet bestaat. En, hoe ouder de centrales, hoe groter het risico.

Van de huidige 429 commerciële kernreactoren in de wereld zijn er 20 ouder dan 40 jaar. Er is bijzonder weinig operationele ervaring met oudere kerncentrales. Er is wereldwijd nog geen enkele ervaring met kerncentrales van 50 jaar oud. De verlenging van de levensduur van de reactor van Tihange tot 50 jaar is, zeker in deze dichtbevolkte regio, als een spelletje Russische roulette. De analyse van de stress-tests door onafhankelijke experts in opdracht van Greenpeace bevestigt dit alleen maar. Volgens hen zou Tihange1 eigenlijk nu al moeten gesloten worden omwille van veiligheidsredenen.

Slotsom, een levensduurverlenging van Tihange 1 met 10 jaar is onnodig en onaanvaardbaar . Wilden onze politici ons overtuigen dat ze écht de weg vrij maken naar een duurzame energievoorziening zonder kernenergie, met veel meer hernieuwbare energie en energiebesparing? Dan hadden ze maar beter het beslist beleid rond de sluitingskalender van de wet uit 2003 gerespecteerd en de oudste drie kernreactoren gesloten in 2015.

Kernuitstap