Donderdag en vrijdag geldt het smogalarm in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De rechtstreekse aanleiding is de temperatuursinversie, waardoor luchtvervuiling niet oplost in de hogere luchtlagen maar blijft hangen op lage hoogte. De structurele oorzaak is het te veel aan uitlaatgassen van het autoverkeer en uitstoot door industriële processen en verwarmingsinstallaties. Door de temperatuurinversie blijven we nu letterlijk in onze eigen vuiligheid zitten. De fijnstofconcentraties liggen dan ook zeer hoog: op verschillende plaatsen in Vlaanderen wordt momenteel meer dan 100 microgram per m³ gemeten, wat het dubbele is dan de maximale Europese dagnorm (50 µg/m³).
Zoals voorzien in de luchtactieplannen, gelden de snelheidsbeperkingen in de drie gewesten. Dat heeft zeker lokaal zijn effect, vooral voor mensen die in de buurt van een drukke verkeersweg wonen. Maar een structurele oplossing zijn deze tijdelijke snelheidsbeperkingen niet. Daarvoor moet het steeds groeiende autoverkeer aangepakt worden, onder meer door het systeem van bedrijfswagens bij te sturen, meer maatregelen te nemen om de verdieseling van het wagenpark verder te beperken, het openbaar vervoer sterker uit te bouwen, geen verbreding van de Brusselse ring door te voeren,… Maar aangezien de politieke wil om dat soort doortastende maatregelen te nemen niet aanwezig is, ziet het er naar uit dat we bij de volgende temperatuursinversie opnieuw in de smog zullen zitten.