Energie: nucleair of hernieuwbaar?

Een centrale vraag inzake energiebeleid is natuurlijk of de komende regering de levensduur van de kerncentrales zal verlengen.  De vraag naar het energiesysteem van de toekomst ligt aan de basis van die keuze. Gaan we voluit voor energie-onafhankelijkheid en hernieuwbare energie (met als doelstelling 100 procent hernieuwbare energie tegen ongeveer 2050) of kiezen we voor een systeem van in hoofdzaak nucleaire stroom? Voor alle duidelijkheid: grootschalige groene stroom en grootschalige nucleaire energie zijn technisch incompatibel. Dus zal er moeten gekozen worden.

Groen! en sp.a zijn daarbij duidelijk. Kernenergie is voor hen een eindigend verhaal, al durft de sp.a zich niet voluit op de datum van 2015 inschrijven voor de sluiting van de eerste kerncentrales. Aan het andere uiteinde van het spectrum bevindt zich CD&V. Die partij gaat voluit voor kernenergie. Ze wil niet alleen de bestaande centrales langer open houden, maar wil ook nieuwe kerncentrales mogelijk maken.   

De keuze van CD&V is duidelijk en N-VA volgt op enige afstand. Meer aarzelend is Open VLD. De partij maakt niet duidelijk of ze de wet op de kernuitstap wil behouden of schrappen, maar geeft wel aan dat kernenergie deel moet blijven uitmaken van een toekomstige energiemix. Ze koppelt het behoud van kernenergie evenwel aan een oplossing voor het kernafval en aan het welslagen van de ontwikkeling van kerncentrales van de 4e generatie. Vermits aan beide voorwaarden de komende decennia niet kan voldaan worden, is het de vraag wat Open VLD dan wel wil. In afwachting  pleit Open VLD wel uitdrukkelijk voor investeren van overheidsgeld in die ‘kerncentrales van de vierde generatie’. Ook CD&V en N-VA zijn overigens bereid overheidsgeld in die nucleaire fata morgana te dumpen.

Tegenover het nucleaire enthousiasme van vooral CD&V en in mindere mate N-VA en Open VLD staat (en toeval zal dat niet zijn) terughoudendheid inzake hernieuwbare energie. Open VLD wil nog gaan voor 13 procent hernieuwbaar tegen 2020 (Europese verplichting), maar pleit samen met N-VA en CD&V voor het herbekijken van de subsidies aan hernieuwbare energie. Er is niets mis met het verbeteren van de subsidiesystemen, maar de vraag is of dat bij elk van deze partijen de bedoeling is, dan wel of sommigen de groei van hernieuwbare energie bewust willen remmen. Dat laatste lijkt het geval bij de CD&V, die voorstelt om de ruimte voor offshore windenergie in Belgische wateren te verminderen! Gek genoeg bevat haar programma wel een pleidooi voor een grootschalig Europees net van aan elkaar geschakelde windmolenparken op de Noordzee. Maar dat is dan weer niet compatibel met het openhouden van kerncentrales, dat de kern van het CD&V-programma uitmaakt.

Groen! en sp.a kiezen wel voluit voor hernieuwbaar. Met veel nadruk op de energiebron van de toekomst, de offshore windenergie. Groen! heeft een goede totaalvisie voor offshore ontwikkeling, met onder meer de afbakening van een tweede zone in de Noordzee voor offshore windmolenparken met een engagement van 2800 megawatt energieopwekking tegen 2020, tot 3800 megawatt opwekking in 2030. Ook sp.a wil een tweede zone voor offshore windenergie afbakenen,  zorgen voor een “stopcontact op zee” en doorgedreven werk maken van de Noordzeering.

Voor wat de investeringen in hernieuwbare energie betreft, gaan zowel sp.a als Groen! resoluut voor het investeren van de afgeroomde nucleaire rente in hernieuwbare energie. N-VA lijkt diezelfde weg op te willen gaan, maar is in haar programma ter zake onduidelijk. Noch CD&V, noch Open VLD leggen de link.

Naast de keuze voor het toekomstig energiesysteem, is ook de vraag naar energie-efficiëntie en energiebesparing cruciaal. In vergelijking met de ons omringende landen is onze energie-efficiëntie de voorbije 20 jaar nauwelijks op vooruitgegaan. Sinds 1990 nam onze energie-efficiëntie toe met 57 %, in Nederland was dat 85 %, In Groot-Brittannië 97 % en in Duitsland zelfs 108 %! Het betekent dat wij bij een economische groei van 100 %, 43 % meer energie gebruiken, terwijl Duitsland bij 100 % groei 8 % minder energie verbruikt! Toeval? Neen. Onder de vorige legislatuur werd een plan energie-efficiënte aangekondigd. Er is nooit meer iets van gehoord. Dus: hoog tijd om er wat aan te doen. Dat bewustzijn lijkt ook bij de politieke partijen te zijn doorgedrongen. Voor N-VA is energie-efficëntie een “absolute prioriteit”, maar concrete voorstellen ontbreken. Slechts twee partijen durven een cijfer naar voren schuiven. Open VLD mikt op 20 % efficiëntiewinst tegen 2020. Dat komt overeen met de Europese doelstelling, maar op Europees niveau woedt nog volop de discussie over hoe de efficiëntieverbetering moet gerealiseerd en gemeten worden. Groen! gaat resoluut voor 20% energiebesparing (dus: reële daling van het verbruik) tegen 2020.

Kernuitstap