Energie: zo veel mogelijk nucleair, nauwelijks efficiëntie en zwak in hernieuwbaar

Het absolute dieptepunt van de voorbije legislatuur viel te toen de tandem Van Rompuy-Magnette besliste de Belgische democratie te braderen en de wet op de kernuitstap te koop aanbood voor 250 miljoen euro per jaar.

Ten tijde van de vorming van de federale regering eind 2007 bleef er nochtans in het regeerakkoord geen spoor meer over van het eerdere oranje-blauwe akkoord om de levensduur van een deel van het nucleaire park te verlengen. Meer dan de afspraak dat een studie de toekomstige energievoorziening en de ‘ideale energiemix’ in kaart zou brengen, was er niet op het publieke forum. Voor het verbeteren van de energie-efficiënte van de overheid werd dan weer wel een ‘uitgebreid plan’ aangekondigd. Van dat laatste is nooit meer iets vernomen. Het verhogen van de energie-efficiëntie is nochtans veruit de goedkoopste en meest effectieve manier om aan de Europese 2020 doelstellingen te bereiken. Maar zelfs daar ging geen aandacht naar.

Dat gebrek aan interesse in energie-efficiënte werd nog eens bevestigd in de GEMIX-studie. Het energiebesparingspotentieel werd in deze studie flagrant onderschat. Er kan geen twijfel over bestaan – het werd trouwens nauwelijks ontkend – dat de GEMIX-studie het vijgenblad was dat de schaamte moest bedekken van de stille politieke afspraak om de levensduur van de kerncentrales te verlengen. Maar zelfs dat bedekken lukte nauwelijks. GEMIX kon niet overtuigend aantonen dat er inderdaad een probleem van energiebevoorrading zou ontstaan bij de sluiting van de oudste kerncentrales in 2015. Om dit alsnog ietwat aanvaardbaar te maken beriep GEMIX zich bovendien op een studie die aan de CREG werd toegewezen, maar waarvan de CREG zich achteraf  distantieerde. 

Op deze wankele constructie werd dan een afspraak met Electrabel gebouwd, om in ruil voor het 10 tot 20 jaar langer open houden van de oudste kerncentrales, jaarlijks 250 miljoen euro te storten in de Belgische staatskas. Het vormde meteen het absolute dieptepunt van de voorbije regeerperiode: er werd zelfs geen poging meer gedaan om de koehandel – een wet in ruil voor wat zilverlingen – te camoufleren.

Ondertussen talmt de ontwikkeling van hernieuwbare energie. De bouw van de windturbines voor de Belgische kust kent nu al jaren vertraging. Vandaag zijn er nog steeds maar zes turbines in werking met een gezamenlijk vermogen van 30MW. Terwijl er potentieel is voor 3800 MW. Met de ondertekening van het “North Seas Countries' Offshore Grid Initiative” toonde minister Magnette wel goede wil om het pad verder te effenen voor een doorgedreven ontwikkeling van offshore windenergie en een coördinatie van deze uitbouw met de aangrenzende Noordzeelanden  Dat onze regering niet voluit voor hernieuwbare energie gaat, blijkt dan weer uit het volgende: in januari vorig jaar ondertekenen meer dan 50 landen het oprichtingsverdrag van IRENA, het internationaal agentschap voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Sinds Tsjechië zich begin dit jaar ook aansloot bij IRENA, is België samen met Hongarije de enige EU-lidstaat die nog geen lid is. En het “actieplan hernieuwbare energie”, dat eind juni bij de Europese Commissie moet worden ingediend, is niet tijdig klaar geraakt.

Het had heel wat voeten in de aarde, maar in 2009 verscheen een prospectieve studie elektriciteit. Deze studie, die ons inzicht zou moeten geven in de perspectieven van energiebevoorrading van ons land bleek al bij haar publicatie achterhaald. Zo mist ze  het Europees 2020Klimaat- en Energiepakket, dat het kader aangeeft voor het energiebeleid voor de komende 10 jaar en ontbreekt er een duidelijke visie over hoe ons elektriciteitssysteem er op de korte, middellange en lange termijn zou moeten uitzien.

Als klap op de vuurpijl zal de federale overheid in de periode over een periode van twaalf jaar 384 miljoen investeren voor het opstarten van het nucleaire Myrrha-project. Ondanks het negatieve advies van de Inspectie van Financiën besliste onze regering om voor de zoveelste keer belastinggeld te dumpen in de bodemloze putten van de nucleaire sector. De miljoenen die voor deze onbewezen technologie met groot proliferatierisico worden tevoorschijn getoverd,  zijn verloren voor echte oplossingen: energiebesparing en hernieuwbare energie. In werkelijkheid vloeit er op die manier tussen 2010 en 2014 jaarlijks 60 miljoen euro terug van de ‘bijdrage’ van Electrabel aan de staatskas naar de nucleaire sector.

Kernuitstap Windenergie