Energieprijzen irrelevant voor concurrentiepositie Europese industrie

De impact van energieprijzen op de competitiviteit van de Europese industrie wordt sterk overdreven. Dat blijkt uit het rapport Climate Strategies van Franse, Duitse en Britse economen. De energieprijs is geen bepalende factor voor de concurrentiepositie van de industrie van een land. Inzetten op innovatie is een veel betere garantie om industrieel leiderschap te behouden. Enkel voor sommige zeer energie-intensieve industrieën weegt de energieprijs significant door en is een beleid op maat nodig.

Het Wereld Economisch Forum maakt al meer dan drie decennia een gezaghebbende index voor de beoordeling van de competitiviteit van een land, gebaseerd op twaalf pilaren zoals onderwijs, instellingen en innovatie. Energieprijzen zijn er opvallend genoeg niet bij. De index vermeldt enkel ‘de kwaliteit van de elektriciteitsvoorziening van een land’ als een variabele, en kent deze slechts een wegingsfactor van 1% toe op het totaal. In de top vijf prijken drie Europese landen; Duitsland, Zwitserland en Finland. Duitsland, de nummer vier, zet sterk in op een energietransitie naar hernieuwbare bronnen. 

Wie het jaarlijkse competitiviteitsrapport van het Wereld Eonomisch Forum (WEF) vergelijkt met het debat over energieprijzen in ons land komt tot een opvallende conclusie. Ofwel meet het WEF competitiviteit al jarenlang compleet verkeerd, ofwel spelen energieprijzen geen al te grote rol in de competitiviteit van een land en haar industrie. Over die laatste piste brengt het rapport van Climate Strategies nu enkele interessante bevindingen samen.

Zo blijkt dat in de meeste landen het aandeel van de energiekost in het BNP gelijk is. Kortom landen met hoge energieprijzen produceren energie-efficiënter, landen met lage prijzen inefficiënter. Als energieprijzen stijgen, is dat volgens de onderzoekers een stimulus om nog efficiënter te werken. Voor de competitiviteit van een land zijn lage prijzen voor fossiele brandstoffen weinig relevant. Bovendien is dit niet realistisch: de reserves zijn beperkt in de EU.  

Volgens de onderzoekers heeft Europa een ambitieus energie- en klimaatbeleid nodig om de investeerders in innovatieve technologieën investeringszekerheid te bieden. Deze toekomstgerichte sectoren staan garant voor bijkomende werkgelegenheid. Bovendien verbetert een sterk energie- en klimaatbeleid de bevoorradingszekerheid door een verminderde import van fossiele brandstoffen. De weg naar industriële competitiviteit loopt dus via voldoende hoge klimaatdoelstellingen voor 2030.

Klimaatbeleid