Enige oplossing voor stijgende olieprijzen is meer olieonafhankelijkheid

De stijging van de brandstofprijs toont aan dat België extreem gevoelig is voor prijsschommelingen op de internationale energiemarkt. Dit is niet verwonderlijk vermits ons land een van de meest energieverslindende landen van Europa is. De enige structurele oplossing voor stijgende energieprijzen is dan ook een vermindering van ons energieverbruik. Het verlagen van de accijnzen op benzine en diesel, via het systeem van de omgekeerde Cliquet, verlicht enkel de energiefactuur op korte termijn en houdt bovendien het risico in dat niet meer nagedacht zal worden over de noodzakelijke lange termijn maatregelen. In de toekomst zullen we daarvoor een grote prijs betalen.

De regering kan de extra inkomsten uit de accijnzen als gevolg van de hoge olieprijs beter investeren om het probleem van de olieafhankelijkheid ten gronde op te lossen.  In de eerste plaats door te investeren in een beter openbaar vervoer. Het Gewestelijk Expresnet (GEN) rond Brussel bijvoorbeeld dat heel wat pendelaars uit de auto zou kunnen halen, loopt al jaren vertraging op.

Het systeem van bedrijfswagens zorgt mee voor dat we de auto meer gebruiken dan onze buurlanden en maakt ons dus afhankelijker van olie. Bovendien hebben bedrijfswagens een belangrijke impact hebben op de dagelijkse files. Zo is 40% van de wagens op de Brusselse ring in de spits een bedrijfswagen. In plaats van een bedrijfswagen kan een werknemer beter een mobiliteitsbudget krijgen, dat geld kan hij voor eender welk vervoermiddel kan gebruiken. Zo kan de overheid het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren.

Daarnaast moeten extra inkomsten door de hogere energieprijzen geïnvesteerd worden in energiebesparende maatregelen in onze woningen. Ook op dat vlak blijft de kloof met andere Europese landen enorm groot. We verbruiken in onze Belgische woningen 72% meer energie dan het Europees gemiddelde. Dit alles moet ondersteund worden door een ander beleid inzake ruimtelijke ordening, waarbij ontwikkeling van stads- en dorpskernen centraal staat. Rijwoningen verbruiken een derde minder energie dan vrijstaande villa’s. Meer wonen in de stad beperkt bovendien de behoefte aan autogebruik en geeft het openbaar vervoer een groter draagvlak.

Energiebesparing