EU wil nultolerantie GGO’s opheffen

De Europese Commissie is van plan om de maximumgrens voor besmetting door genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in geïmporteerde granen voor veevoeder op te trekken tot 0,1 procent. Momenteel geldt er nog een nultolerantie voor niet-toegelaten ggo’s. Dat wil zeggen dat geïmporteerd graan helemaal geen sporen van niet-toeglaten ggo’s mag bevatten. Dat blijkt uit een voorstel dat persbureau AgraEurope heeft kunnen inkijken.

Het gaat alleen om sporen van ggo-rassen waarvoor in de EU al een toelating is aangevraagd. Met het optrekken van de tolerantiegrens zegt de Europese Unie de regelgeving in de praktijk beter werkbaar te willen maken. BBL wees er eerder al op dat er geen enkele (economische) reden is om veevoer vermengd met ggo’s in de EU binnen te laten (lees hier en hier). Europa moet het voorzorgsprincipe blijven hanteren en ggo’s die niet veilig bevonden zijn niet toelaten. Daarnaast is het raadzaam de afhankelijkheid van import van veevoeders af te bouwen en de eigen Europese eiwitteelt te stimuleren.

Voor granen die bestemd zijn voor humane consumptie blijft de nultolerantie wel gehandhaafd. Landen als Brazilië, Argentinië, Canada en de VS hebben al gewaarschuwd dat er grote problemen kunnen opduiken als gevolg van de verschillende regels voor granen voor voeding en veevoeder. De schepen voor graantransport worden voor beide doelen gebruikt waardoor de handel - en met hen ook de Europese veevoederfabrikanten en voedingsindustrie - voor onoverkomelijke problemen komen te staan.

De Europese Commissie zegt in de voorstellen dat een gescheiden regelgeving gerechtvaardigd is omdat er voor voeding een alternatief is voor de geïmporteerde granen maar voor veevoeder niet. Uit verschillende studies blijkt echter dat ook dat geen valabel argument is. Er is voldoende niet-ggo veevoeder beschikbaar op de wereldmarkt. Bovendien kan Europa meer eigen veevoerders produceren, als het Europees beleid dit voldoende stimuleert.