Foto Tina Rataj Berard

Weinig garanties voor consument en milieu in nieuwe Europese garantieregeling

Foto Tina Rataj Berard

De Europese Commissie wil de wettelijke garantieperiode op toestellen in heel Europa betonneren op maximum 2 jaar. Ook het Europees Parlement bracht daar in een recente stemming weinig verbetering in. Zo’n regeling doet de consument, planeet en zelfs bedrijven geen goed. Bond Beter Leefmilieu pleit voor een alternatieve garantieregeling, in lijn met de circulaire economie. Hieronder lees je onze voorstellen.

2 jaar garantie = 6 maanden bescherming

Ooit last gehad van een toestel dat binnen de wettelijke garantieperiode stuk ging? De kans is vrij groot. Volgens Test-Aankoop is bijna een op de twee Belgen al slachtoffer geweest van defecte auto’s, koelkasten, televisietoestellen of meubels binnen de twee jaar na aankoop.

Dergelijke ‘duurzame goederen’ gaan steeds minder lang mee. Dat is zonder twijfel een slechte zaak voor de planeet, die meer grondstoffen moet ophoesten om dezelfde prestaties en diensten te leveren, maar ook voor consumenten en volgens een studie van het Europees Parlement zelfs voor de bedrijfswereld.

De Belgische consument komt er bovendien heel bekaaid vanaf. De tweejarige garantieperiode biedt namelijk slechts bescherming gedurende 6 maanden. Tot dan is de verkoper automatisch verantwoordelijk voor eventuele gebreken. Nadien moet de eigenaar bewijzen dat het gebrek al bestond bij aankoop. In de praktijk is dat nagenoeg onmogelijk.

Dat het anders kan, tonen Frankrijk en Portugal. Daar ligt de bewijslast gedurende de volle twee jaar bij de verkoper.

Er is dus flink wat ruimte voor verbetering. Zoals wel vaker als het gaat om dergelijke kwesties, heeft de Europese Unie heel wat hefbomen in handen om een en ander te verbeteren. Maar die hefbomen zet ze verkeerd in. Hoezo?

Europa: meer handel, minder garantie

In 2015 stelde de Europese Commissie voor om de garantieregelingen in de Europese Unie te harmoniseren. Door overal dezelfde garanties op producten aan te bieden, wordt grensoverschrijdende e-commerce een pak eenvoudiger en aantrekkelijker. Het initiatief maakt deel uit van een pakket maatregelen om een eengemaakte digitale markt in Europa te creëren en op die manier de handel binnen Europa te versterken.

Of dat een goede of slechte zaak is voor de consument, het milieu en ons grondstofgebruik, hangt vanzelfsprekend af van de richting waarin Europa harmoniseert. Daar knelt helaas een schoen van formaat. De Commissie stelde aanvankelijk voor om de garantieregeling te betonneren op maximum twee jaar in heel Europa, ongeacht het type product of de al bestaande, meer ambitieuze regelingen in bepaalde lidstaten.

Dat is met andere woorden een harmonisering op het laagste niveau. Intussen heeft het Europees Parlement gestemd over het wetsvoorstel, maar veel beterschap brengt het halfrond niet. Het Parlement stelt namelijk voor om de huidige situatie te ‘bevriezen’ (zie amendement 54): lidstaten die vandaag langere garantieperiodes hebben, mogen die behouden. Maar het is verboden om die in de toekomst nog te verlengen of om garantieperiodes te differentiëren in functie van het type product.

De circulaire economie getorpedeerd

Dergelijke voorstellen gaan lijnrecht in tegen de circulaire economie. Het is inmiddels duidelijk dat we de levensduur van producten moeten verlengen. Dat kan onder meer door garantieperiodes te koppelen aan de gemiddelde verwachte levensduur van een product, en wisselstukken gedurende die periode beschikbaar te houden.

We moeten met andere woorden een differentiatie maken: producten die langer meegaan, moeten vanzelfsprekend een langere garantieperiode krijgen. Het Europese voorstel maakt dit onmogelijk. Bovendien moet de bewijslast echt wel minimum twee jaar bij de verkoper liggen.

Wat nu? Versterken in plaats van bevriezen

De Raad van Ministers van de EU zal de komende maanden tot een standpunt komen, om vervolgens in onderhandeling te gaan met het Europees Parlement. Dat Parlement zal vertegenwoordigd worden door Belgisch Europarlementslid Pascal Arimont.

Het is nu aan de lidstaten, en dus ook aan België, vertegenwoordigd door minister van Consumentenzaken Kris Peeters, om het consumentenrecht te versterken in plaats van te bevriezen.

We weten dat minister Peeters de garantieduur van specifieke producten wil verlengen. Hij zal daar niet in slagen indien het huidige voorstel van het Parlement aanvaard wordt. Het is daarom belangrijk dat België een sterk signaal geeft in de komende onderhandelingen binnen de Raad. Concreet betekent dit:

  • Ga voor een minimum (geen maximum) van twee jaar wettelijke garantie.
  • Zorg ervoor dat de mogelijkheid bestaat om de totale garantieperiode uit te breiden voor producten waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat ze aanzienlijk langer dan twee jaar meegaan. We denken hierbij aan televisies, koelkasten, wasmachines, droogtrommels, elektrisch gereedschap, allerhande keukenapparatuur, enzovoort.
  • Neem maatregelen op in de wetgeving die producenten verplichten om wisselstukken aan een redelijke prijs beschikbaar te houden gedurende de gemiddelde aangekondigde levensduur van het product. We denken dan onder meer aan alle batterijen, schermen van telefoons en verschillende slijtagegevoelige onderdelen zoals tandwielen, kogellagers, dichtingen en schakelaars.
  • Zorg dat bij een defect toestel de bewijslast aangaande de oorzaak van het defect gedurende de volledige 24 maanden bij de producent ligt. Op dit moment is het zo dat na 6 maanden de consument moet bewijzen dat een defect niet door zijn of haar toedoen komt, wat in de praktijk bijna onmogelijk is.
  • Zorg dat producenten een duurzaamheidsverklaring voor hun producten publiceren. Als die de minimumgarantieregeling (bijvoorbeeld in ons land) overschrijdt, dan geldt die verklaring als de commerciële garantie in plaats van dat minimum.