Schaliegas was het onderwerp van een staaltje van vuil lobbywerk deze week. Een gelekt document van de Europese Commissie maakt duidelijk dat de Commissie bij haar communicatie over verschillende klimaat- en energiemaatregelen volgende week dinsdag niét zal pleiten voor bindende en strikte milieuregelgeving voor schaliegasontginning. In tegenstelling tot haar oorspronkelijke intentie om strikte milieuregelgeving voor schaliegasontginning voor te stellen, zal de Commissie enkel een aantal richtlijnen publiceren.
Het lobbywerk van de Britten is daar - zo blijkt uit een gelekte brief- niet vreemd aan. Groot Brittannië maakt in de brief in niet mis te verstane woorden duidelijk dat Europa beter niet inzet op bindende wetgeving voor schaliegasontginning. In de brief wijzen de Britten er bovendien op dat een soepel kader voor schaliegas kan helpen om de schaliegasgezinde Polen aan boord te krijgen voor het hangende voorstel om de Europese CO2 uitstoot met 40% te verminderen tegen 2030.
De Britten zetten sterk in op schaliegas en zijn daarvoor ook in eigen land om geen vuile deals verlegen. Zo beloofde de Britse premier Cameron de gemeenten dat ze belastinginkomsten uit schaliegas voor de volle 100 procent zelf mogen houden, als er schaliegas wordt ontgonnen op hun grondgebied.
Blijft de vraag waarom landen als Groot-Brittannië schaliegas zo genegen zijn? Uit een -andermaal gelekt- document van de Europese Commissie blijkt alvast dat schaliegas niét zal helpen om de Europese concurrentiepositie te verbeteren. De energieprijzen mogen in de VS dan wel sterk gedaald zijn dankzij schaliegas. Dit economische voordeel wordt volgens het gelekte document gecompenseerd doordat de Europese industrie energie-efficiënter is. En dit zal de VS op termijn nog duur komen te staan. Onder andere door het goedkope schaliegas, is de energie-intensiteit in de VS in tegenstelling tot in Europa toegenomen. Als het schaliegasverhaal in de VS over een paar jaar ten einde is, zal de Amerikaanse industrie door haar hoog energiegebruik een stevig concurrentieel nadeel ondervinden tegenover Europa.