Europees klimaatakkoord legt lat te laag

Deze nacht beslisten de Europese regeringsleiders over het klimaat- en energiebeleid voor 2030. Europa wil het absolute minimum doen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. België bekwam bijkomende achterpoortjes om haar doelstellingen voor de reductie van vervuiling in transport, gebouwen en landbouw te omzeilen. (non-ETS) 

De Europese regeringsleiders mikken op minstens 40% emissiereducties tegen 2030 en minstens 27% hernieuwbare energie en energiebesparing op EU-niveau in dat jaar. De reductiedoelstelling wordt deels verdeeld over de lidstaten in de sectoren van de non-ETS. (zie toelichting bij beslissing onderaan)

Sam Van den plas van WWF: “Het Europese leiderschap om klimaatverandering tegen te gaan en schone energie vooruit te helpen wordt vandaag bij het vuilnis gezet. Het resultaat van vandaag negeert het welzijn van Europese burgers en weerspiegelt de macht van gevestigde belangen, waarbij grote vervuilers opnieuw ontsnappen aan het betalen voor de vervuiling die ze veroorzaken.”

“België heeft op impuls van Vlaanderen tijdens de onderhandelingen over het Europees klimaatakkoord lang aangedrongen op bijkomende achterpoortjes. Ons land ziet op tegen haar doelstelling voor 2030 voor uitstootreducties bij gebouwen, transport en landbouw (non-ETS). België bekwam samen met andere kleine, rijke landen een nieuwe uitzondering om die doelstelling te halen: ze mag beperkt gebruik maken van emissierechten uit de Europese emissiehandel ETS. Dat zijn emissierechten die eigenlijk bedoeld zijn voor de industrie en de elektriciteitsproductie.” zegt Mathias Bienstman van Bond Beter Leefmilieu

“Die nieuwe achterpoort neemt opnieuw de druk weg om te gaan voor reële, kostenefficiënte uitstootreducties in gebouwen, transport of landbouw. Investeringen in gebouwenrenovatie of groen transport zorgen nochtans voor een lagere energiekost, jobcreatie en een grotere markt voor energie-efficiënte producten en diensten.” zegt Mathias Bienstman van Bond Beter Leefmilieu  

De komende maanden zijn cruciaal om de ergste gevolgen van deze beslissing te vermijden. De Europese Unie zal haar ambitie dan moeten aanscherpen in het kader van de onderhandelingen over een internationaal klimaatakkoord. Ook zal Europa een oplossing moeten zoeken voor de grote overschotten aan emissierechten die het EU-klimaatbeleid nu al hypothekeren. “De Europese klimaatbeleidsinstrumenten (ETS voor de industrie en ESD voor de lidstaten) worden geplaagd door een enorm overschot aan emissierechten of schone lucht. Die overschotten moeten nu afgebouwd worden zodat ze de doelstellingen voor 2030 niet verder uithollen.” concludeert Mathias Bienstman van BBL 

Wat besliste de Europese Raad?

De regeringsleiders engageerden zich voor minsten 40% emissiereducties ín Europa en minstens 27% hernieuwbare energie en energiebesparing in 2030. De emissiereductiedoelstelling is bindend en moet binnen Europa verwezenlijkt worden. Ze is opgesplitst tussen een doelstelling voor grote industriële installaties en elektriciteitsproductie in de Europese emissiehandel ETS (-43%) en doelstellingen voor niet-ETS (gebouwen, transport, landbouw) per lidstaat (samen -30%). België krijgt een doelstelling van naar schatting: -35% voor de niet-ETS tegen 2030 in vergelijking met 2005. Ter vergelijking, volgens de laatste gegevens liggen de emissies in België in de niet-ETS in 2012 nauwelijks lager dan in 2005, wat betekent dat bijna alle reducties de komende 15 jaar nog moet gebeuren. Omdat België niet in haar eigen kunnen gelooft, heeft ze aangestuurd op extra ‘flexibiliteiten’ of achterpoortjes.

De doelstelling voor hernieuwbare energie en energiebesparing gelden op EU-niveau. De eerste is bindend, de tweede indicatief. Doordat die doelstellingen niet afdwingbaar zijn op het niveau van de lidstaten, is er een kans dat investeringen vertragen en lidstaten zullen opteren voor erg verschillende, weinig compatibele energiesystemen.

Milieu-organisaties vinden het emissiereductiepad naar minstens 40% erg zwak. 40% reducties tegen 2030 leiden tot 80% emissiereducties tegen 2050 in vergelijking met 1990. Dat is de absolute onderkant van de vork die door de klimaatwetenschap is naar voren geschoven om een kans van meer dan 66% te hebben om gevaarlijke klimaatverandering af te wenden. (80-95% emissiereducties tegen 2050). Voor de milieuorganisaties moet de EU mikken op het uitfaseren van broeikasgasemissies uit fossiele bronnen en 100% hernieuwbare energie tegen 2050.

Klimaatbeleid