De Europese Centrale Bank (ECB) koopt maandelijks voor miljarden euro’s bedrijfsobligaties op. Zo wil ze op onorthodoxe wijze extra geld in de economie pompen om de inflatie dichter bij de doelstelling van 2 procent te krijgen, in een poging om de eurocrisis te bezweren.
Ontdek welke bedrijven de ECB steunt
Uit onderzoek van de Europese ngo Corporate Europe Observatory blijkt dat de ECB door het kopen van bedrijfsobligaties klimaatverandering financiert. Een dergelijke maatregel is te vergelijken met een goedkope lening. Op die manier wordt het goedkoper voor bijvoorbeeld Shell om op zoek te gaan naar nieuwe gas- en oliereserves.
Tot op heden heeft de ECB de nationale banken van België, Finland, Duitsland, Spanje, Italië en Frankrijk opgedragen om 46 miljard euro aan bedrijfsobligaties op te kopen. Dat bedrag loopt dit jaar nog op tot 125 miljard.
In de zomer van 2016 brachten we aan het licht dat de Nationale bank van België bedrijfsobligaties van Shell inkoopt met geld dat van de drukpersen rolt.
Nu is er een uitgebreidere lijst van bedrijven waarvan de ECB obligaties koopt. Er gaat speciale aandacht uit naar infrastructuurbedrijven, maar het is vooral de energiesector die geniet van de meeste steun. De bedrijven die geld krijgen zijn onder andere Shell, Repsol, Eni en Total. Buiten Siemens zijn er amper bedrijven met een link naar hernieuwbare energie.
Een goed geïsoleerde woning voor 66 miljoen gezinnen
In een open brief vroegen 70 Europese ngo’s, waaronder BBL, vorige week om transparant te tonen wat er met het geld gebeurt en - veel belangrijker - de middelen te gebruiken om de klimaatopwarming af te wenden en jobs te creëren. Als de ECB die 46 miljard euro zou investeren in het isoleren van huizen, zou ze 66 miljoen gezinnen van isolatie kunnen voorzien, de uitstoot van broeikasgassen sterk verminderen en tienduizenden jobs creëren.
In vergelijking met het opkoopprogramma van bedrijfsobligaties door de nationale banken is het geld dat onze overheden investeren in de klimaatvriendelijke economie klein bier. Het grote geld vloeit naar de 2% inflatiedoelstelling, het kleine naar de 2 graden-klimaatdoelstelling.
