Experts raden kleinere veestapel aan

Op 25 maart vond in het Vlaams Parlement een hoorzitting plaats in het kader van het Vlaams klimaatbeleid. Landbouwexperts van de KU Leuven, ILVO en het Innovatiesteunpunt gaven inzicht in de relatie tussen de Vlaamse landbouw en de uitstoot van broeikasgassen. Zij benadrukten de hoge nood om de uitstoot van broeikasgassen sneller te verminderen.

“Trendmatige aanpak onvoldoende als antwoord op uitdaging”

Europa plant tegen 2050 een daling van de CO2-uitstoot met 80 tot 95% ten opzichten van het referentiejaar 1990. De Vlaamse landbouwsector is rechtstreeks goed voor 8,2% van de Vlaamse broeikasgasuitstoot. Het is wel onduidelijk wat de indirecte bijdragen zijn van ons landbouw- en voedselsysteem aan de klimaatverandering. De landbouwsector leverde al inspanningen, maar nu wacht een grote uitdaging om een verdere daling van de emissies voort te zetten.

Aanpak aan de bron

Prof. Erik Mathijs van de KU Leuven sprak over de noodzaak van een exponentiële daling van de CO2eq-emissies in de Vlaamse landbouw. Joris Relaes van het ILVO spreekt over de nood aan bijkomende structurele maatregelen in de sector. Het probleem zijn de niet-energetische emissies zoals methaan en lachgas, vooral afkomstig van runderen en mestverwerking. Zo is de veeteeltsector verantwoordelijk voor 89% van de totale Vlaamse landbouwemissies.

In de Europese roadmap voor een low-carbon economy wordt als doelstelling voor de landbouwsector een daling van de broeikasgasuitstoot voorzien met 42%-49% tegen 2050. De kans is groot dat er nog een extra inspanning geleverd moet worden om de doelstellingen van de klimaattop in Parijs te halen. De Vlaamse landbouwsector realiseerde tot nu toe een daling van de uitstoot met 27% ten opzichten van 1990. Dit vooral door een daling van de energetische emissies en een kleinere rundveestapel.
Uit de klimaatcommissie bleek dan ook de nood om specifiek de niet-energetische emissies snel te verminderen. Anders gezegd de uitstoot door herkauwers zullen we technisch nooit tot nul kunnen herleiden. De oplossing is dus een vermindering van de veestapel.

Kennis en experiment kunnen praktijk sturen

Het ILVO en de KU Leuven en de aanwezige parlementsleden vragen bijkomend cijfermateriaal. Dit moet meer inzicht verwerven in waar, hoe en wanneer er emissiereducties plaats moeten vinden. De omschakeling van ons landbouwsysteem vraagt om meer onderzoek en experiment.
Het ILVO toonde bestaande beleidsmaatregelen met klimaatdoelen. Hierin bevinden zich veel sectoren of praktijken die tot voor kort als een niche werden gezien, maar nu als belangrijk onderdeel van de klimaataanpak gezien worden.

  • Actieplan alternatieve eiwitbronnen
  • Strategisch plan korte keten
  • Strategisch plan biologische landbouw
  • Actieplan voedselverliezen beperken

Meer dan alleen klimaat

Voor ons is het duidelijk dat er een win-win kan ontstaan door de veestapel te verminderen. Een kleinere dierlijke sector helpt ons klimaat, ons milieu en onze gezondheid vooruit. Wij kijken hoopvol naar de evolutie van een louter productiegericht denken naar een meer integrale kijk op landbouw. Dit biedt het perspectief van een landbouw die meer gestoeld is op een agro-ecologische leest en zo ook bijdraagt aan tal van noodzakelijke maatschappelijke- en ecosysteemdiensten.
Het is dan wel noodzakelijk dat op Europees en Vlaams niveau ingezet wordt om het beleid zo vorm te geven dat het de noodzakelijke verduurzaming van de landbouw niet in de weg staat. Dit kan door een beleid dat meer rekening houdt met de noden van diegene, zoals de biosector, die bezig zijn het nieuwe landbouw- en voedselsysteem vorm te geven.

> Meer informatie: Streaming Vlaams Parlement

Plantaardige voeding Landbouw