Fijn stof en stikstof tasten onze gezondheid aan

Fijn stof en stikstof blijven de twee belangrijkste vormen van luchtvervuiling in Vlaanderen. Hierdoor verliest elke Vlaming één gezond levensjaar. Bij astmapatiënten ligt dat zelfs nog hoger. Om de luchtkwaliteit te verbeteren, moet vooral ingezet worden op het verminderen van het autoverkeer.

De sterke daling van de fijnstofconcentraties uit de jaren ‘90 zette zich de laatste jaren helaas niet verder. De afgelopen jaren stagneerde het jaargemiddelde van fijnstofconcentratie op 29 µg/m3. Daarmee voldoen we aan de Europese grenswaarde voor het jaargemiddelde van 40 µg/m3.

De gezondheidsrichtwaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie ligt echter nog een stuk lager. Daar zitten alle huidige meetwaarden flink boven. Naast een jaargemiddelde legt Europa ook een daggemiddelde voor fijn stof op. Het blijft problematisch om de doelstelling voor de daggemiddelde PM10-concentratie te halen. Het aantal dagen met een te hoge daggemiddelde PM10-concentratie was tweemaal zo hoog in 2011 als in 2010.

Ook om de uitstoot van verzurende stikstofoxiden (NOx) terug te dringen tot de wettelijke niveaus, zijn nog aanzienlijke inspanningen nodig. Ongeveer de helft van de NOx-emissie is afkomstig van transport en dan vooral van dieselvoertuigen, want dieselwagens stoten tot drie keer meer NOx  uit dan benzinewagens.

De ziektelast voor de Vlaamse bevolking door milieuvervuiling bedraagt ongeveer 8 % van de totale ziektelast in Vlaanderen. Omgerekend per inwoner komt dit overeen met één verloren gezond levensjaar, in een volledig leven bij een levenslange blootstelling aan de huidige niveaus van vervuiling. Bij kwetsbare personen zoals astmapatiënten is de impact groter. Grootste boosdoener is fijn stof, dat is verantwoordelijk voor ongeveer drie kwart van het totaal aantal verloren gezonde levensjaren. Geluid volgt met 7% op nummer twee.

Luchtkwaliteit