Fijn stof uitstoot bij houtverbranding drastisch onderschat

Uit nieuw onderzoek van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) blijkt dat de uitstoot van fijn stof door houtverbranding tot nu toe sterk werd onderschat. Dit komt vooral omdat in de theoretische emissiefactoren die gebruikt worden om de impact van houtverbranding te berekenen, de fijn stof uitstoot met een factor 4 werd onderschat. Nieuwe metingen naar residentiële houtverbranding tonen aan dat de effectieve uitstoot vele malen hoger ligt dan wat tot nu toe in de modellen voor luchtkwaliteit werd aangenomen. 

Berekeningen met de nieuwe emissiefactoren tonen aan dat slechts 20% van de fijnstofuitstoot door houtverbranding in de nu gebruikte modellen wordt gevat. Waar verwarming door huishoudens tot nu toe een aandeel had van 11% in de totale uitstoot van EC (elementair koolstof, de meest fijne fractie van fijn stof), blijkt dit in de realiteit een aandeel van 22% te zijn. Ter vergelijking: autoverkeer heeft een aandeel van 51%. Voor PM10 – de grovere fractie van fijn stof – heeft houtverbranding zelfs een groter aandeel dan autoverkeer of industrie. 

Daar staat wel tegenover dat de gezondheidsimpact van houtverbranding minder groot is dan de gezondheidsimpact van dieseluitlaatgassen. Het aanpakken van luchtvervuiling door verkeer blijft vanuit gezondheidsoogpunt dan ook de belangrijkste prioriteit. Maar het is duidelijk dat extra maatregelen nodig zijn om luchtvervuiling door houtverbranding tegen te gaan. Zo moeten mensen aangespoord worden om de open haard zeker niet aan te steken op smogdagen en moet er een verbod komen op stoken in de open lucht. 

Luchtkwaliteit