Gegoochel met cijfers is Vlaams klimaatbeleid onwaardig

Democratie werkt bij gratie van transparantie. Het is de verantwoordelijkheid van ministers om duidelijke en transparante informatie en cijfers te voorzien, zodat onze volksvertegenwoordigers goed geïnformeerd het debat kunnen aangaan en heldere keuzes kunnen maken. Een recent debat in het Vlaams Parlement over het Vlaams klimaatbeleid en de aankoop van emissierechten leverde die broodnodige klaarheid alvast niet op. 

De cijferdiscussie over de Vlaamse klimaatinspanningen in de commissie leefmilieu van het Vlaams Parlement had iets surreëel. De bevoegde minister en haar administratie hanteerden verschillende berekeningswijzen voor het aandeel interne emissiereducties, vergaten met vaste basisjaren te werken en verzwegen het gebruik van achterpoortjes. Minister Schauvliege wilde haar publiek doen geloven dat Vlaanderen haar doelstellingen haalt en zelfs voorop loopt. Maar de parlementsleden leken met de minuut meer verweesd. 

Volgens 11.11.11 en Bond Beter Leefmilieu (BBL) schetste de minister een vertekend beeld van de Vlaamse klimaatwerkelijkheid. Het gegoochel met cijfers is het Vlaams klimaatbeleid onwaardig. Op de cruciale vragen kwam er immers geen antwoord. Hoe groot is de uitstoot van broeikasgassen in de sectoren buiten de ETS in 2020? Hoeveel procent reductievermindering heeft Vlaanderen dan met intern beleid gerealiseerd in vergelijking met 2005? Waarom is een deel van de lachgasemissies de afgelopen jaren niet gerapporteerd? Beïnvloedt het gebruik van dit achterpoortje de verhouding interne reducties tegenover aankoop emissierechten?

Om de ware toedracht van de cijferdiscussie inzichtelijk te maken, zet Bond Beter Leefmilieu in bijgevoegd document alvast een aantal elementen op een rij. 

Klimaatbeleid