Haven Antwerpen bezint zich over megavergassingsfabriek

Toen in mei 2015 met veel enthousiasme de ontwikkeling van een mega-afvalfabriek in de Antwerpse haven werd aangekondigd, schreven wij al dat de hoera-stemming voorbarig was. Het project riep vooral veel vragen op over de toevoer en aard van de afvalstromen, de rol van de installatie binnen een circulaire economie en het ongekende formaat ervan. Onlangs kwamen daar vragen bij over de financierbaarheid en CO2-uitstoot. Het Havenbedrijf Antwerpen besluit nu om het dossier door PricewaterhouseCoopers te laten onderzoeken, voordat zij beslissen om de concessie te verlenen.

Vraagtekens

De opdracht van PwC zal “zich toespitsen op de financiële en economische realiseerbaarheid, de milieu-impact en de technologische vooruitstrevendheid van het voorstel. Doelstelling van deze bijkomende opdracht is op basis van objectieve en onpartijdige input de uiteindelijke beslissing te kunnen staven”, aldus het Havenbedrijf.

Deze analyse is absoluut noodzakelijk. Op dit moment is er enkel een studie van VITO die een vergelijking maakt tussen de moderne vergassingstechnologie die ze willen toepassen ten opzichte van een verbrandingsoven. Daaruit zou blijken - de studie is immers nooit openbaar gemaakt - dat het systeem de plastics milieuvriendelijker verwerkt dan wanneer ze in verbrandingsinstallaties verdwijnen. De productie van ammoniak door de mega-afvalfabriek zou eveneens beter zijn dan alternatieve productiewijzen.

Wat nog niet is onderzocht

We nemen voor het gemak even aan dat VITO zijn werk goed gedaan heeft. Onze vragen zijn dan ook vooral gericht op wat niet is onderzocht. De belangrijkste vraag daarbij is wat de impact van de installatie zal zijn op de recyclage van het afval in Vlaanderen en het afval in de omliggende landen. Enkel en alleen al het feit dat de installatie 3,5 miljoen ton afval jaarlijks zou verwerken - vermoedelijk plastic afval - roept sterke vragen op over de wenselijkheid ervan.

Het Havenbedrijf Antwerpen selecteerde het project van Energy Recovery Systems uit elf kandidaten voor het Delwaidedok in de Antwerpse haven. Dat deed ze onder andere omdat de installatie niet marktverstorend zou werken ten opzichte van de huidige recyclagesector. ERS zou zich namelijk focussen op die afvalstromen waarvoor vandaag geen oplossing bestaat.

Wanneer je een installatie bouwt die dertig keer zoveel plastics kan verwerken dan wat vandaag in de Vlaamse restafvalzak verdwijnt, dan leg je voor Vlaanderen en voor een groot deel van Europa voor tientallen jaren vast wat er met die plastics gaat gebeuren. Fost Plus werkt nu aan een project waarbij naast de petflessen ook andere plastics selectief worden ingezameld en gerecycleerd. Voor een deel van de plastics die momenteel in de restafvalzak worden gestopt, geldt dan ook niet zozeer dat ze niet te recycleren zijn, maar dat het simpelweg niet gebeurt. Voor het overige deel geldt dat we moeten innoveren op het vlak van productontwerp en sommige plastics zoals pvc-verpakkingen beter helemaal uitbannen.

Een vergassingsfabriek mag verdere innovatie en ontwikkelingen in mechanische recyclage niet hypothekeren. Maar is dat realistisch wanneer er een investering van 3,5 miljard mee gemoeid is en wanneer er langlopende contracten over grote delen van Europa worden afgesloten om de afvalbevoorrading voor tientallen jaren veilig te stellen? Welk bedrijf gaat de plastics die nu in de restafvalzak verdwijnen nog hoogwaardig willen recycleren als iedereen al levert aan ERS? Dat zijn vragen waar de PwC-studie antwoord op moet geven.

Hoe groot wordt de fabriek echt?

Er is ook nog onduidelijkheid over het formaat van de installatie. Het vergassen van 3,5 miljoen ton afval vereist al een ongekend grote installatie, maar er zijn aanwijzingen dat het daar niet bij blijft. Uit de concessieaanvraag van ERS kunnen we afleiden dat dit slechts de eerste fase is. In het begin zou er dan 5 miljoen ton aan voornamelijk afval en ureum via het schip worden getransporteerd. Volgens de concessieaanvraag van ERS kan dit nog zeer sterk verhogen (‘increase dramatically’ zijn de exacte woorden) wanneer ze ook meststoffen, methanol en synthetische brandstoffen gaan produceren.

CO2-uitstoot

Onlangs werden er vragen gesteld bij de CO2-uitstoot van de installatie. Het Havenbedrijf Antwerpen stelt nu dat de productie van ammoniak onder het Emission Trading System valt, waardoor het geen invloed heeft op de doelstellingen op regionaal of nationaal niveau maar meespeelt in de mondiale CO2-uitstoot. Dit betekent ook dat de installatie een deel van de emissierechten zal moeten aankopen en een deel waarschijnlijk gratis toegewezen krijgt. Voor de installatie zou dat betekenen dat ze voor 75,8% van 3,354 miljoen ton syngas die ze produceren, rechten moeten aankopen. Die kostenpost kan invloed hebben op de rendabiliteit van het project.

Afvalbeleid