Hernieuwbare energie zal onze factuur verlagen

Als we nú kiezen voor investeringen in hernieuwbare energie, dan zal de elektriciteitsprijs dalen in plaats van stijgen, zegt Jan Vande Putte, energiespecialist van Greenpeace in De Standaard van 10 juni. Hij reageert hiermee op een studie van het VBO over de kostprijs van een energiesysteem op basis van hernieuwbare energie en gascentrales. Wij delen zijn  mening graag met u.

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zei in een rapport dat ‘de ontwikkeling van een nieuwe productiemix op basis van hernieuwbare energie en van gascentrales tegen 2030 een directe investering vereist van ongeveer 24 miljard euro’.

Die investeringen en de eraan verbonden exploitatie- en onderhoudskosten, besluit het VBO, zullen de elektriciteitskosten voor een gemiddeld gezin met ongeveer 250 euro per jaar doen stijgen. En de elektriciteitsprijs voor de industriële afnemers zal er bijna door verdubbelen, besluit het VBO (DS 6 juni).
Dat klopt niet. Dat zal alleen het geval zijn als we afhankelijk blijven van oude en weinig betrouwbare kerncentrales of de import van fossiele brandstoffen. Alles bij het oude laten, is precies wat we moeten vermijden.

Het VBO maakt een redeneerfout. Het vergelijkt de kostprijs van oude afgeschreven kerncentrales met nieuw te bouwen gascentrales, windmolens of zonnepanelen. Maar net zoals je om de zoveel jaar een nieuwe auto moet aanschaffen, moeten ook elektriciteitscentrales ooit vervangen worden.
Laten we niet vergeten dat in 2012 één derde tot de helft van onze kerncentrales stil lag. Daarom lijkt het ronduit onvoorzichtig om er blindelings op te rekenen dat de oude reactoren eindeloos blijven produceren.

Maar goed, stel dat we toch gewoon onze oude kerncentrales vervangen door nieuwe. Dan zou de kostprijs daarvan oplopen tot 30 miljard euro. En wie gaat dat betalen? Juist, de consument. 30 miljard euro is nog een pak meer dan het schrikbeeld van de 24 miljard investeringen die volgens het VBO nodig zijn om naar een groenere elektriciteitssector over te schakelen.

Investeringen zullen lonen

We staan dus op een tweesprong. Ofwel gaan we koppig door met investeringen in steenkool- en kernenergie, en betalen we ons allemaal blauw in de toekomst. Ofwel denken we vooruit en kiezen we resoluut voor een flexibel elektriciteitssysteem gebaseerd op hernieuwbare energie, aangevuld met gas.

Uit studies in opdracht van Greenpeace, uitgevoerd door het Duitse Lucht- en Ruimtevaartcentrum (DLR), leren we dat een hernieuwbaar systeem tegen 2020 effectief iets duurder is. Tot zover heeft het VBO gelijk. Voor een energie-efficiënt gezin zou dat jaarlijks 8 euro meer kosten, voor een gemiddeld gezin 25 euro.

Maar tegen 2030 zouden die meerkosten weggewerkt zijn, en dat is nu net het punt. De extra investeringskosten van een hernieuwbaar systeem zullen tegen dan gecompenseerd worden doordat er onder andere uranium en gas verbruikt wordt. Tegen 2050 kan de jaarlijkse besparing tot 170 euro bedragen. De kostprijs verschuift dus van geïmporteerde brandstoffen naar investeringen die op termijn voor een goedkopere elektriciteitsprijs zorgen én meteen ook veel jobs creëren. In Duitsland zijn er vandaag al meer dan 400.000 banen in de hernieuwbare energiesector.

Het VBO mag ook niet zonder meer beweren dat de factuur van de gezinnen en de bedrijven zal stijgen, want het is ingewikkelder dan dat. Er zijn enkele grote energiebedrijven die juist heel weinig betalen (30 à 40 euro/MWh), terwijl andere bedrijven het dubbele betalen. Kmo’s en huishoudens betalen nóg meer. Kijk naar Duitsland. Daar betaalt de kleine man de grote investeringen in groene stroom. Als die elektriciteit vervolgens op de markt komt, dalen de elektriciteitsprijzen. Maar omdat Fritz zijn elektriciteit niet op de beurs koopt, profiteert hij hier nauwelijks van. We zitten dus met een nieuwe kruissubsidiëring: de kleine consument subsidieert de grote consument. De stijging van huishoudelijke en bedrijfstarieven is dus in de eerste plaats een herverdelingsvraagstuk, en niet het probleem van de hernieuwbare energie zelf.

Ten slotte mogen we niet vergeten dat GDF-Suez volgens de Creg jaarlijks zo’n 2 miljard euro aan nucleaire rente genereert. Dat is een onterechte winst die het bedrijf binnenhaalt door de versnelde afschrijving van de kerncentrales vóór de vrijmaking van de markt (toen we met zijn allen verplicht te veel betaald hebben aan Electrabel). Daarvan probeert de regering nu 550 miljoen te recupereren. Dat is nog altijd een cadeautje van 1,5 miljard euro per jaar aan GDF-Suez.

Dat geld wordt voor 80 procent buiten Europa geïnvesteerd, dat is een ernstige drainage van onze economie.

Aan geld is er dus geen gebrek, en het is verbazend dat het VBO dààr geen prioriteit van maakt. Een mogelijke verklaring kan zijn dat enkele grote bedrijven zeer lage prijzen met Electrabel hebben kunnen bedingen. Samen de koek onder elkaar verdelen en daarna de rest van de industrie en de gezinnen de factuur laten betalen... Wie vertegenwoordigt het VBO eigenlijk?

Windenergie