Het klimaatfonds van Schauvliege: mooie intenties, maar valse start

Op voorstel van minister Schauvliege richt de Vlaamse regering een klimaatfonds op. In dat fonds komen inkomsten uit de veiling van emissierechten. Bij de oprichting verklaarde Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) dat het fonds dient om een ambitieus klimaatbeleid op de lange termijn te voeren dat zich in de eerste instantie richt op interne emissiereducties. De eerste transacties in het fonds doen het tegendeel: ze benutten op een zo goedkoop mogelijke manier het achterpoortje van de flexibele mechanismen.

Met de oprichting van het Vlaams klimaatfonds zijn de krijtlijnen uitgezet voor de bestemming van de inkomsten uit de veiling voor emissierechten in de volgende periode (2013-2020). De middelen kunnen gebruikt worden voor vijf zaken: uitvoering van het klimaatbeleid, gebruik van flexibiliteitsmechanismen, klimaatsteun voor ontwikkelingslanden,  remediëring van competitiviteitsverlies bij bedrijven en tenslotte voor de kosten verbonden aan de veiling van rechten.

De oprichting van het klimaatfonds is een goede zaak. De milieubeweging dringt er al lang op aan dat de opbrengst uit de veiling van Europese emissierechten alleen mag dienen voor het klimaatbeleid. Minister Schauvliege lijkt dat idee genegen te zijn. De mogelijke remediëring van het competitiviteitsverlies door het klimaatbeleid bij bedrijven, is de enige bestedingsmogelijkheid die de deur naar een oneigenlijk gebruik van de middelen te wijd openzet. Als de overheid de middelen uit het klimaatfonds gaat gebruiken om bijvoorbeeld de elektriciteitsfactuur van de ondernemingen te verlichten, dan zet ze niet alleen het gelijk speelveld voor Europese bedrijven met eenzelfde CO2-prijs op de helling, maar riskeert ze ook het al erg zwakke prijssignaal voor energiebesparing vanuit de koolstofmarkt nog verder af te zwakken.

Maar wat te denken van de eerste transacties in het klimaatfonds?  De prognoses uit het laatste Voortgangsrapport tonen aan dat de Vlaamse regering met interne reducties niet in de buurt komt van haar Kyoto-doelstellingen.

Integendeel zelfs, als de emissies met 5,2% moeten dalen in de jaren 2008-2012 in vergelijking met 1990, dan zijn ze in de sectoren waarvoor het Vlaamse beleid ook de komende jaren nog verantwoordelijk is gemiddeld genomen licht gestegen. De zogenaamde ‘reductiekloof’ bedraagt over de hele periode 18,9 miljoen ton CO2, of gemiddeld 3,78 miljoen ton CO2 per jaar. De emissies liggen jaarlijks dus 8,3 % boven het non-ETS-plafond van 45.597 miljoen ton voor de huidige Kyoto-periode.

Om die kloof te dichten wil de Vlaamse regering massaal beroep doen op flexibele mechanismen. Aan een normale koolstofprijs zou de kost van het dichten van de reductiekloof al vlug in de honderden miljoenen euro’s lopen. De minister vond echter een andere oplossing: ze wil één soort rechten duur verkopen en er andere goedkopere rechten met kopen om zo te compenseren voor de niet-gerealiseerde emissiereducties.

Door de economische crisis is er een ongebruikt potje rechten (EUA's) : de reserve voor nieuwkomers. Die emissierechten waren oorspronkelijk bedoeld om bedrijven in de ETS-sector die opstarten tussen 2008 en 2012 van de noodzakelijke emissieruimte te voorzien. Door de crisis bleef een groot deel van de rechten ongebruikt, meer bepaald ongeveer voor 8 miljoen ton CO2, die aan de huidige notering elk 7 euro waard zijn, of samen 56 miljoen euro. Met die 56 miljoen euro wil Vlaanderen andere emissierechten kopen, groene AAU’s of hete lucht in een groen kleedje. Die groene AAU’s zijn een stuk goedkoper dan de EUA’s uit de reserve voor nieuwkomers, naar schatting kosten ze 3 euro per recht om een ton CO2 uit te stoten.

De Vlaamse regering wil bijgevolg de rechten uit de reserve voor nieuwkomers te gelde maken en de inkomsten gebruiken om andere rechten te kopen die ongeveer aan de helft van de prijs noteren. Of hoe de huidige bijzonderheden van de emissiehandel ervoor kunnen zorgen dat Vlaanderen van rechten om 8 miljoen ton uit te stoten, rechten kan maken om meer dan 16 miljoen ton uit te stoten. Aangezien de Vlaamse regering al wat rechten verwierf in het verleden, is in één beweging aan een minimale kost de hele reductiekloof weggewerkt. Of beter de hele door Kyoto gevraagde inspanning van Vlaanderen wordt geleverd via… hete lucht in een groen kleedje.

Wat zijn nu die groene AAU’s?  Het zijn emissierechten waarmee vooral de nieuwe EU- lidstaten ruim bedeeld zijn. Ze kregen de rechten op basis van hun economische prestaties vóór het uiteenvallen van het oostblok en de daaropvolgende economische neergang. Vlaanderen wil de AAU’s opkopen van die lidstaten. Omdat het over omstreden hete lucht gaat, vraagt ze dat het verkopend land het geld gebruikt voor emissiereducties in eigen land. Dat heeft enkele bizarre neveneffecten: de gerealiseerde emissiereducties komen te laat (na 2012) en tellen waarschijnlijk mee in de non-ETS-doelstelling van het verkopend land. Kortom, de enige geloofwaardige oplossing voor de hete lucht of het teveel aan AAU’s is ze via de internationale klimaatonderhandelingen uit de handel halen, niet ze aankopen om een beleid dat tekortschiet op een ‘goedkope manier’ recht te trekken.

Klimaatbeleid