Hoe we de stellingenoorlog over veestallen kunnen ontmijnen

Het rommelt op het Vlaams platteland. Minister Demir kondigde aan dat vergunningen voor industriële veestallen zoveel mogelijk worden geweigerd, wegens hun milieu-impact. De landbouworganisaties staan op hun achterste poten. Hoe komen we uit de patstelling? Met een toekomstvisie voor de Vlaamse veesector en een gesprek zonder taboes.

Vergunningen door het dak

Het Vlaamse vergunningenbeleid voor veestallen van de afgelopen jaren laat zich vatten onder één noemer: vrijheid, blijheid. Het aantal aanvragen steeg jaar na jaar. In 2017 waren er 240 aanvragen, in 2018 liep dat aantal op tot 729 en in 2019 waren er zelfs 794. Deze vergunningen worden toegekend door de provincie of in beroep door de minister van Omgeving. Wie al eens door Vlaamse velden fietst of wandelt, ziet het gebeuren: enorme veestallen schieten als paddenstoelen uit de grond.

Extra pervers is het eraan gekoppelde subsidiebeleid: via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) wordt de bouw van veestallen ondersteund. Daarbinnen worden maatregelen gefinancierd om aan de huidige, geldende milieuregelgeving te voldoen. Alsof de overheid elke burger zou betalen die z’n fiets van lichten en remmen voorziet. Daarbij komt nog eens dat gesubsidieerde gaswassers, die moeten zorgen voor een lagere stikstof uitstoot, onvoldoende werken. Onderzoek bracht bovendien aan het licht dat 17% niet eens actief is.

Stikstof voor iedereen

Gevolg? Een torenhoog stikstofprobleem (N) in lucht, bodem en water, met enorme gevolgen voor de natuur en de volksgezondheid. De cijfers zijn ronduit dramatisch: de aanwezigheid van ammoniak in onze lucht (NH3) is sinds 2008 niet gedaald en de laatste jaren moeten we zelfs spreken van een stijging. Dit is te wijten aan de wildgroei aan stallen, slecht functionerende gaswassers en een instabieler klimaat. Landbouw is verantwoordelijk voor 95% van de ammoniakuitstoot.

Het kritieke niveau van ammoniakuitstoot voor lagere en hogere planten wordt ruimschoots overschreden. (Bron: VMM)

Een nieuwe wind over het platteland

Vanaf eind oktober 2019 vallen de bevoegdheden luchtkwaliteit en milieuvergunningen onder de vleugels van minister Zuhal Demir (NV-A). Landbouw is de bevoegdheid van Hilde Crevits (CD&V). Minister Demir kondigde een trendbreuk aan met haar voorgangers, die steevast de posten Landbouw en Omgeving combineerden. De stijgende aanvraagcijfers zijn nog een erfenis uit dat verleden. Voor het eerst sinds lang hebben we een minister die het belang van een gezonde leefomgeving voluit verdedigt en daarbij de landbouwsector terecht op zijn verantwoordelijkheden wijst. 

Minister Demir stelt nu het stijgend aantal industriële veestallen in vraag en wil de ongebreidelde groei inperken. Vergunningen voor veestallen kunnen enkel nog onder strikte voorwaarden. Ze roept provinciebesturen op om het Vlaamse voorbeeld te volgen.

Ook de landbouwers zijn het slachtoffer van het visieloze bestuur uit het verleden.

Strategisch plan veesector

Dat landbouwers zich hierover teleurgesteld uitlaten, is zeker te begrijpen. Ook zij zijn het slachtoffer van het visieloze bestuur uit het verleden.

Nieuwe stallen kunnen wel degelijk bijdragen aan een lagere milieudruk, op voorwaarde dat oude, minder efficiënte stallen verdwijnen en de veestapel inkrimpt. 

Daarom is het belangrijk om samen met de sector te werken aan een duidelijke visie. Eén waarin zonder taboes gekeken wordt naar de problemen, de verantwoordelijken en waarin oplossingen geformuleerd worden. Een eerste stap is om de rol van de Vlaamse veehouderij te definiëren in een strategisch plan. Dit moet een antwoord bieden op de vraag welke veestapel we per regio kunnen houden zonder de milieugebruiksruimte te overschrijden.  

Individuele landbouwers de kans geven om wel nog te investeren, kan via het systeem van ‘staldering’. Hierbij wordt voor elke nieuwe stalcapaciteit een even grote hoeveelheid aan oudere, meer vervuilende stallen afgebroken. 

Toekomst voor boer, burger en natuur

Alleen door alle actoren aan tafel te brengen en een open discussie te voeren, kan deze problematiek worden ontmijnd. Onze landbouwers verdienen een perspectief om op een innovatieve manier te blijven ondernemen. Het is de verantwoordelijkheid van zowel minister Demir als Crevits om dit te garanderen.

De landbouwsector zal op zijn beurt moeten afstappen van het ideologische discours dat elk type productie, overal, tegen gelijk welke maatschappelijke kost, moet kunnen. Enkel dan kunnen we gaan richting leefomgeving die goed is voor boer, burger en natuur. 

Landbouw

Meer over Landbouw