Hogere CO2-uitstoot komt niet door kernuitstap

De analyse in De Standaard van vandaag dat de Duitse kernuitstap het steenkoolgebruik en de broeikasgasemissies liet toenemen, is onjuist. Het is het zwakke Europese klimaatbeleid dat ervoor zorgt dat steenkool aantrekkelijk blijft in de hele Europese elektriciteitsmarkt. Daar heeft de Duitse kernuitstap niets mee te maken.

Sinds de start van de kernuitstap in Duitsland daalde de nucleaire productie van elektriciteit met 68 Twh. Tegelijkertijd kwam er voor 106 Twh hernieuwbare energie bij. De stijging van hernieuwbare energie maakte de  nucleaire productievermindering ruimschoots goed.

Recent steeg de productie uit het vervuilende steenkool en bruinkool. Maar die heropleving van steenkool is geen uniek Duits fenomeen. De steenkoolprijzen verlaagden in de eerste plaats door een verminderde vraag uit de VS door de schaliegasrevolutie.

Daarnaast is de Europese koolstofprijs te laag. De koolstofprijs zou de vervuiler moeten laten betalen en steenkool dus duurder maken dan het minder vervuilende aardgas, maar dat gebeurt onvoldoende. Kortom in heel Europa gaan gascentrales in de mottenballen en zitten steenkoolcentrales in de lift.

Wie stelt dat de kernuitstap het gebruik van steenkool in Duitsland deed opveren, verwart twee ontwikkelingen met elkaar. Daardoor blijven de juiste remedies uit. Toekomstgerichte, duurzame elektriciteitsvoorziening heeft hogere koolstofprijzen nodig. Dat erkent ook de Europese Commissie.

Hogere koolstofprijzen hebben twee grote voordelen: gas wordt weer rendabel tegenover steenkool en hernieuwbare energie heeft minder subsidies nodig. De inkomsten uit de hogere koolstofprijs kan de overheid gebruiken om de lasten op arbeid te verlagen en om een ambitieus energiebeleid te ondersteunen. Zo een strategie heeft een positief effect op de economie en de werkgelegenheid. Tegelijk neemt de vervuiling af. De oplossing voor Duitsland ligt dus in hoofdzaak bij Europa.

Kernuitstap Klimaatbeleid