Huidig Vlaams klimaatbeleid creëert onoverkomelijk grote reductiekloof voor periode 2020-2030

Het Nederlands Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzocht welke doelstellingen voor de niet-ETS sectoren gebouwen, transport en landbouwde EU-lidstaten zouden krijgen bij een Europese emissiereductiedoelstelling van 40% tegen 2030. Hierbij houdt het bureau de eerder gebruikte verdeelsleutels tussen de Europese landen aan. Voor België zou de 2030 doelstelling voor de niet-ETS sectoren - 38% tot - 41% bedragen ten opzichte van 2005. Bij verder zetting van het huidige Vlaamse klimaatbeleid zullen de emissies in 2020 slechts 6% lager liggen dan in 2005. Dit illustreert de gigantische reductiekloof die de Vlaamse regering met haar klimaatbeleid slaat.

Het klimaatbeleid in de EU steunt op twee grote peilers. De Europese emissiehandel ETS stuurt de uitstoot van de industrie, de elektriciteitsproductie en de luchtvaart. ETS stelt een jaarlijkse dalend uitstootplafond in en laat handel in emissierechten toe. De andere helft van de emissies valt onder de bevoegdheid van de Europese lidstaten. De belangrijkste emissiebronnen in deze niet-ETS sectoren zijn gebouwen, transport en landbouw.

Met de Effort Sharing Decision (ESD) kreeg elke lidstaat een reductiedoelstelling voor 2020 in de niet-ETS sectoren. Voor België moet de emissie met 15% omlaag ten opzichte van het niveau in 2005. Dit moet nog verdeeld worden tussen de gewesten, maar Vlaanderen gaat alvast uit van eenzelfde doelstelling. Het Vlaamse klimaatbeleidsplan bevat de maatregelen die deze afname van CO2-uitstoot in Vlaanderen moeten bewerkstelligen. Enkel, het plan bevat te weinig effectieve maatregelen. Daardoor zullen de emissies naar verwachting slechts met 6% verminderen, oftewel dalen van 45,3 miljoen ton CO2 in 2005 naar 42,7 miljoen ton in 2020.

Voor 2030 wil de Europese Commissie een emissiereductie van 40% voor de hele economie. Die doelstelling leidt tot een Europese ETS doelstelling van 43% en een niet-ETS doelstelling van 30%. Het Nederlands Planbureau ging na welke niet-ETS reductiedoelstellingen de lidstaten zouden krijgen wanneer gelijkaardige verdeelsleutels gebruikt worden als in de Effort Sharing Decision. De rijkste lidstaten zouden de zwaarste reductiedoelstellingen krijgen:  Zweden (47 tot 50%), Denemarken (47% tot 52%) en Luxemburg (47% tot 52%). Maar ook België kan rekenen op een stevige doelstelling van 38% tot 41% van de emissies in 2005.

De emissies in de niet-ETS sectoren zijn niet eenvoudig te verlagen. De grote emissiebronnen zoals het gebouwenbestand, het voertuigenpark of de veestapel kunnen slechts stapsgewijs afgebouwd worden. Dat maakt dat de reductiekloof waarop we met het huidige Vlaamse klimaatbeleid afstevenen, voor de periode 2020-2030 nog onrustwekkender is dan die voor de periode 2013-2020.

Een klimaatbeleid dat zo een schier onmogelijke opdracht doorschuift naar de volgende (politieke) generatie, speelt met vuur. De boodschap van het gezamenlijk advies van Minaraad, SALV en SERV wees er terecht op dat het Vlaamse klimaatbeleid dringend nood heeft aan bijkomende doeltreffende reductiemaatregelen. Zo kan Vlaanderen in de buurt komen van een reductie richting 40% of meer in 2030.

Klimaatbeleid