Klimaatconferentie New York: goed voor de moraal

Voor het eerst in vijf jaar verzamelden wereldleiders zich op vraag van VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon in New York om de strijd tegen de klimaatverandering te bespreken. Grote landen zoals de VS en China creëerden hoop op een klimaatakkoord in Parijs, maar op de weg hiernaartoe bevinden zich nog vele obstakels.

Twee dagen voor de bijeenkomst vond de grootste klimaatmanifestatie uit de geschiedenis plaats. In New York kwamen meer dan 300.000 mensen op straat, in andere hoofdsteden nog eens minstens 200.000. De internetbeweging Avaaz en de milieuactiegroep 350.org speelden een belangrijke rol in de protesten. Het straatgebeuren kreeg een verlengstuk in de conferentiezaal. De vertegenwoordiger van de civiele samenleving, de dichteres Kathy Jetnil-Kijiner van de Marshall eilanden, bracht een adembenemende speech. In een lang gedicht aan haar zeven maanden oude dochtertje bekritiseerde ze de besluitloosheid van politici en de immoraliteit van fossiele ondernemingen. Ze richtte haar hoop op de beweging van onderuit.

Heel wat regeringsleiders verwezen naar de massabetogingen en erkenden dat ze de roep uit de straat niet langer kunnen negeren. President Obama bracht opnieuw één van de retorisch sterkste interventies. Hij zei “dat we de eerste generatie zijn die de klimaatverandering voelen en de laatste die er nog iets aan kan doen” en wees op de groeiende verstandhouding tussen de VS en China, die samen goed zijn voor bijna de helft van de wereldwijde broeikasgasemissies: “We zijn het erover eens dat onze twee landen, als grootste uitstoters van broeikassen, de verantwoordelijkheid hebben om de leiding te nemen." Tegelijk benadrukte Obama dat iedereen zal moeten bijdragen tot het terugdringen van de CO2. "Niemand krijgt een doorgangspasje." Hij beklemtoonde ook dat er geen tegenstelling is tussen economische groei en klimaatbescherming. De republikeinen vallen immers elk klimaatbeleid aan met de claim dat het de economie verstikt en een ‘job killer’ is.

De bedoeling van de bijeenkomst was om engagementen van regeringsleiders los te weken als katalysator voor de VN-klimaatonderhandelingen. Landen zoals Tuvalu, Costa Rica en Denemarken kondigden aan dat ze willen overschakelen op 100% hernieuwbare energie. Zweden, Ethiopië en Ijsland wilden naar een nul-uitstoot van broeikasgassen tegen 2050. De EU en België herhaalden hun voornemen om tegen dat jaar 80 tot 95% minder CO2 uit te stoten.

Landen beloofden ook nieuwe klimaatfinanciering, hoewel het niet altijd duidelijk is of het over additioneel geld gaat bovenop het budget voor ontwikkelingssamenwerking. De grootste bijdrage voor het klimaatfonds van de VN kwam van Frankrijk dat 1 miljard dollar wil storten. Ook Mexico, Luxemburg, Denemarken, Zuid-Korea, Noorwegen en Zwitserland beloofden geld om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen in de meest kwetsbare landen. Toch bleef al het toegezegde geld ruim onder het minimum dat ontwikkelingslanden verwachten. Daarin moet verandering komen, wil de wereldgemeenschap tot een klimaatakkoord komen in Parijs. Ook België moet dringend haar huiswerk maken en geld op tafel leggen.

De volgende twee etappes op weg naar Parijs zijn de bijeenkomst in Lima in december en de deadline begin 2015 voor het neerleggen van engagementen. In Lima moeten de landen het eens raken over hoe dit klimaatengagement er uit moet zien. Voor maart 2015 moet ieder land aangeven welk engagement het wil inschrijven in het klimaatakkoord in Parijs. De rest van 2015 wordt nagegaan of alle reductiebeloftes samen de klimaatverandering voldoende kunnen afremmen. Zoals het er nu naar uitziet is dat verre van het geval.

Het is vooral uitkijken naar wat China op tafel legt: in welk jaar en op welk niveau wil ze haar broeikasgasemissies laten pieken. Op het engagement van de EU (waarschijnlijk -40% tegen 2030) en van de VS (iets zwakker dan EU) hebben we al een beter zicht.  Laurent Fabius, de Franse minister van Buitenlandse zaken en voorzitter van de bijeenkomst in Parijs, wil dat de internationale 2-gradendoelstelling en de regels (bijvoorbeeld rond rapportering van emissies) wettelijk bindend zijn, maar dat de engagement van landen dat niet zijn. Zo een hybride akkoord met bindende en niet bindende elementen zou kans maken op ondertekening door de grote spelers. Toch hangt opnieuw veel af van lokale factoren. Als de republikeinen later dit jaar de senaat veroveren, zal Obama bijvoorbeeld zijn klimaatplan moeten afzwakken.

Klimaatbeleid