Kritiek op het NIRAS afvalplan

De voorbije maanden liep er een openbaar onderzoek over het het ontwerpafvalplan van Nationale Instelling voor Radioactieve Straling en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS). Met dit afvalplan wil het NIRAS bij onze overheden aandringen om een principebeslissing te nemen over het bergen van radioactief afval in de kleilagen.

We schreven eerder al over de publieke consultatie die het NIRAS organiseerde over de berging van radioactief afval. Niet alleen bleek deze consultatie een doorgestoken kaart, nu blijkt ook dat de NIRAS een beslissing over de berging van radioactief afval in de Kempense klei wil doorduwen. Dat terwijl nog nergens ter wereld een oplossing voor het probleem van het hoogradioactief en langlevend afval gedemonstreerd is. Laat staan dat er een bergingssite operationeel is. Over de voorgestelde berging in de Boomse kleilagen blijven nog heel wat cruciale vragen onbeantwoord, zodat een veilige berging van het afval absoluut niet kan gegarandeerd worden.

Het overgrote deel van de leden van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling dringt er dan ook op aan om het voorstel van het NIRAS niet te volgen. Indien nu beslist wordt om hoogradioactief en/of langlevend afval diep onder de grond op te slaan, dreigen we de komende generaties op te zadelen met een gigantisch probleem. Eens het afval onder de grond opgeslagen is, is er immers geen controle of recuperatie meer mogelijk als er iets misloopt.

Niets dwingt onze regering overigens om nu al beslissingen te nemen. Het hoogradioactief afval moet in ieder geval nog tientallen jaren afkoelen boven de grond. Ondertussen kan het NIRAS haar – overigens waardevolle – onderzoekswerk verder zetten. En, bovenal moet vermeden worden dat nog bijkomende kernafval geproduceerd wordt. Het merendeel van de leden van de FRDO vragen dan ook in de eerste plaats om de wet op de kernuitstap te respecteren. Enkel het bedrijfsleven sloot zich – naar slechte traditie – aan bij de nucleaire vraag.

Afvalbeleid