Kritische adviezen voor Mobiliteitsplan Vlaanderen

Zowel de Strategische adviesraad ruimtelijke Ordening (SARO) als de Milieu- en Natuurraad Vlaanderen (Mina-raad) brachten recent hun advies uit over het ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen. Beide adviesraden vinden dat het ambitieniveau van het nieuwe plan te beperkt is en er te weinig keuzes worden gemaakt.

De SARO mist vooral een afstemming met het ruimtelijk beleid. Aangezien ruimtelijke ordening een cruciale factor is in de verdere ontwikkeling van de mobiliteit, zou dat een belangrijk aandachtspunt moeten zijn in elk mobiliteitsplan. Zo moet een doordacht locatiebeleid – waar planten we welke functies in? - er voor zorgen dat stedenbouwkundige ontwikkelingen die grote verkeers- en vervoersstromen met zich meebrengen, enkel gelokaliseerd worden op plaatsen die zowel met de auto, de trein, de bus als de fiets ontsloten zijn. In de buurt van knooppunten van openbaar vervoer dus, of voor bedrijven langsheen waterwegen of corridors van het openbaar vervoer. Maar zo’n doordacht locatiebeleid komt helemaal niet aan bod in het ontwerp Mobiliteitsplan.

Vanuit milieu-oogpunt is de Minaraad er niet van overtuigd dat het voorliggende ontwerpplan voor de strategische sturing zal zorgen die nodig is om te komen tot een duurzaam mobiliteitsbeleid. De Minaraad gaat in zijn advies meer concreet in op de doelstellingen en acties in verband met klimaatbeleid en luchtkwaliteitsbeleid, die te beperkt zijn. Het lijkt er op dat het toekomstige mobiliteitsbeleid niet afdoende zal zijn om te beantwoorden aan de Europese doelstellingen die in dat verband gelden. De Raad stelt bovendien vast dat het actieplan op verschillende punten afwijkt van het luchtkwaliteitsplan, op basis waarvan Vlaanderen uitstel kreeg voor het behalen van de Europese NO2-normen.

Klimaatbeleid Luchtkwaliteit