Laten we het eens over niet-bouwprojecten hebben

Een architectenbureau dat een pleidooi houdt om niet te bouwen. Geef toe, dat is pas vernieuwend. Het architectenbureau Re-st maakte er een onderzoek over. Door ruimtebehoeften in te vullen in het bestaande patrimonium, hoeft geen open ruimte bebouwd te worden. Morsen met ruimte maakt zo plaats voor het creatief beheren van wat er al is. En niet-bouwen kan ook financieel winstgevend zijn. Hiervoor hebben ze 10 tactieken uitgewerkt.

Ontdek de 10 tactieken

Het onderzoek gaat uit van een (vooralsnog) fictieve bouwstop. Hoe kunnen we onze ruimtebehoeften ingevullen in het bestaande gebouwenpark? Hoe kunnen we dat financieel winstgevend maken? Hiervoor werkten de architecten van Re-st tien tactieken uit, geïllustreerd met voorbeelden en gestoffeerd met kosten en baten. Op zich zijn deze tactieken niet nieuw, maar door ze allemaal samen te bundelen wordt duidelijk wat de winst is van het niet-bouwen.

Niet-bouwen is niet niets doen

Niet-bouwen is dus niet niets doen. Integendeel, het zal vaak meer inspanningen en overtuigingskracht kosten dan wel bouwen. Zeker met de Vlaamse bouwcultuur in het achterhoofd.

Een bondig overzicht van de tien tactieken voor het niet-bouwen:

1. Intensief ruimtegebruik
Door een functie efficiënter gebruik te laten maken van de beschikbare ruimte, daalt de ruimtebehoefte. Een voorbeeld is het aanpassen van lessenroosters in een onderwijsinstelling, waardoor geen extra klaslokalen moeten gebouwd worden.

2. Meervoudig ruimtegebruik
Dit kan door meerdere gebruikers een ruimte te laten gebruiken. Een parking van een warenhuis die na de uren een  bewonersparking wordt, of studentenkamers waar toeristen in de zomermaanden kunnen verblijven, bijvoorbeeld.. Cohousing is een ander voorbeeld.

3. Slopen, al dan niet met nieuwbouw
Een pand afbreken kan de gebouwen ernaast rendabeler maken. Door bijvoorbeeld garageboxen binnen in een bouwblok te slopen en in te richten als groene ruimte, zal de woonkwaliteit (en de waarde) van de woningen in het bouwblok verhogen. Een ander voorbeeld is het afbreken van een verouderde villa, om ze te vervangen door enkele nieuwbouwwoningen.

4. Restaureren en renoveren
Dit is vandaag de meest toegepaste vorm van het niet-bouwen en zorgt er mee voor dat we waardevolle gebouwen van voorgaande generaties in stand houden.

5. Herbestemmen
Overal in Vlaanderen staan wel gebouwen die hun functie verloren hebben: kerken, postkantoren, industriële panden, noem maar op. Door deze bouwwerken een nieuwe bestemming te geven, moeten we geen open ruimte aansnijden om ruimtelijke behoeften in te vullen.

6. Splitsen of samenvoegen
Door het splitsen of samenvoegen van panden en het herorganiseren van ruimtes kan een herbestemming rendabeler worden dan een nieuwe ontwikkeling.

7. Tussentijds ruimtegebruik
Tijdelijk ruimtegebruik in afwachting van een nieuwe bestemming, kan bijdragen aan de toekomstige herontwikkeling en kan ervoor zorgen dat het gebouw in een goede conditie blijft. Zo wordt langdurige leegstand en verkrotting voorkomen, wat hergebruik stimuleert.

8. Omkeerbaar ruimtegebruik
Flexibel en demontabel bouwen zorgt ervoor dat een gebouw eenvoudig kan worden aangepast aan een nieuwe behoefte. Als de kinderen het huis uit zijn, kunnen de binnenmuren makkelijk aangepast worden: zo kun je van een gezinswoning twee appartementen maken.

9. Bewust niet gebruiken
Soms is het zinvol om gronden of een gebouw niet te gebruiken, in afwachting van een latere oppportuniteit.

10. Opruimen
Iedereen weet het: een opgeruimd huis betekent meer ruimte en ontspanning. Dat kun je ook op grote schaal toepassen, bijvoorbeeld door stockeerloodsen van winkels in de binnenstad te groeperen aan de rand.

> Meer info

Bouwshift