Liever geen energiegewassen voor biobrandstoffen, stelt VN Rapporteur De Schutter

Na een uitgebreide analyse van de gevolgen van de biobrandstofproductie, komt Olivier De Schutter, Speciaal Rapporteur van de VN over het recht op voedsel, tot de conclusie dat het hoogst onverstandig is om productie van biobrandstoffen mondiaal nog verder te stimuleren of te verplichten. De recente beslissing van de Europese Commissie om het biobrandstoffenbeleid te herzien vindt hij onvoldoende om de negatieve impact op voedselproductie en milieu te beperken. Hij roept dan ook op om het biobrandstoffenbeleid te integreren in een ruimer beleid rond voedselzekerheid en het recht op voedsel.

De laatste tien jaar groeide de wereldwijde productie van energiegewassen voor de aanmaak van transportbrandstoffen (biodiesel of bio-ethanol) massaal. Dit is onder meer het gevolg van het Europese biobrandstoffenbeleid, dat een verplichte bijmenging van biobrandstoffen oplegt bij gewone diesel of benzine. Deze biobrandstoffen zijn grotendeels afkomstig van energieteelten als maïs, koolzaad of plantaardige olie. Zo is wereldwijd 70% van de gestegen vraag naar maïs sinds 2001 te wijten aan de vraag naar biobrandstof, net als 90% voor koolzaad, 13% voor graan, 7% voor soja-olie en 22% voor palmolie. Wereldwijd gaat 15% van de maïsproductie naar bio-ethanol, in de VS zelfs 40%.

Familiale landbouw verliest

Deze cijfers baren de VN Rapporteur zorgen. De gevolgen zijn rampzalig, vooral voor kleine boeren met een beperkt inkomen. De toenemende productie van energiegewassen in de VS alleen al heeft naar schatting geleid tot een stijging van de voedselkost sinds 2006 met meer dan 9 miljard dollar in arme voedsel-importerendelanden. Daarnaast leidt de expansie van energieteelten ertoe dat grote, industriële spelers zich massaal land en hulpbronnen als water toe-eigenen. Dit verhoogt de druk op kleine, familiale landbouwers om zelf nog voldoende voedsel te produceren. Bovendien zijn de voordelen voor het klimaat bij de meeste energiegewassen negatief, stelt De Schutter.

Daarom roept hij op om het huidige beleid, met verplichtingen en verregaande stimulansen om voedselgewassen rechtstreeks te gebruiken als transportbrandstof, dringend een halt toe te roepen. Het recente voorstel van de Europese Commissie om het gebruik van landgebaseerde energieteelten te beperken is onvoldoende omdat de huidige duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen tekort schieten.

Roep om geïntegreerd beleid

Hiermee bevestigt de VN Rapporteur ook de conclusies van een studie die CE Delft onlangs maakte in opdracht van de Europese milieubeweging. Om tegen 2020 10% hernieuwbare energie te voorzien in de transportsector, beveelt de studie onder meer aan om het gebruik van landgebaseerde biobrandstoffen onmiddellijk te beperken tot het huidige productieniveau en daarna zo ver als mogelijk af te bouwen.  In de plaats daarvan kan een combinatie komen van energiebesparing in transport, elektrificatie van vervoersmodi en biobrandstoffen op basis van reststromen en afvalvetten. Uit scenario oefeningen blijkt dat met zo’n geïntegreerd beleid de EU doelstelling ook wordt gehaald.

Ook Deschutter roept vanuit de bezorgdheid om voedselzekerheid en het recht op voedsel te vrijwaren, de overheden op om het biobrandstoffenbeleid te integreren in een ruimere strategie. In plaats van landbouwgewassen rechtstreeks om te zetten in energie, is het veel verstandiger om landbouwontwikkelingen ten dienste te stellen van de voedselzekerheid, en de resterende energiebehoeften maximaal in te vullen met reststromen. We hopen dat de Vlaamse overheid deze aanbeveling van de VN rapporteur ter harte neemt bij het ontwikkelen van een Vlaamse strategie voor de biogebaseerde economie.

Biomassa & biobrandstoffen Landbouw