Lucht, lawaai, bodem

Wellicht de meest sibillijnse passage uit het regeerakkoord gaat over lawaaihinder. Letterlijk lezen we: “we realiseren de actieplannen voor het geluid, opgesteld in het kader van de Europese richtlijn Omgevingslawaai”. Dat is bijzonder sympathiek, maar er zal heel wat speurzin bij te pas komen om de bedoelde actieplannen boven te spitten. Er bestaan immers geen actieplannen. Ook al hadden die volgens de Europese afspraken al een tijdje af moeten zijn. Het zal er dus in de eerste plaats op aankomen om actieplannen te maken. De uitvoering zal pas later kunnen volgen. De doelstelling uit Pact 2020, overgenomen in het regeerakkoord, is trouwens duidelijk: 15 % minder ernstig gehinderden door verkeerslawaai tegen 2020. Maar tot vandaag blijft het koffiedik kijken hoe dat zal gebeuren. Concrete maatregelen staan in het regeerakkoord niet opgesomd. Geen plan, weet je …

Ook de doelstelling inzake fijn stof lijkt een probleem te vormen. Het akkoord komt niet verder dan het uitvoeren van de fijnstofplannen van de vorige regering. Maar midden de regeringsonderhandelingen werden die plannen door Europa naar de vuilbak verwezen. Wat nu? De onderhandelaars bleken er geen flauw vermoeden van te hebben. Het akkoord raakt niet verder dan “we zetten een aanzienlijke stap in de richting van het realiseren van de doelstellingen uit het Pact 2020”. Wij hadden het geapprecieerd mocht die doelstelling ook letterlijk geciteerd worden – een daling van de gemiddelde jaarconcentraties fijn stof met 25 %. Maar laat ons geen spijkers op laag water zoeken. Verder streeft ze naar "technisch en economisch haalbare plafonds" in het kader van de verzurende emissies. Wij hadden liever gelezen dat gezonde lucht voor de Vlamingen prioriteit kreeg.

Inzake ‘bodem’ is het akkoord wat concreter: inspanningen zullen gaan richting bodemsanering door het ontwikkelen van brownfieldprojecten en het inrichten van sectorale bodemsaneringsfondsen.

Het hoofdstuk ‘lawaaihinder’ gaat ook specifiek in op de problematiek van de hinder rond de luchthaven van Zaventem. Het aantal gehinderden moet verder omlaag. Daartoe zal gestreefd worden naar goede afspraken met de federale overheid en het Brussels gewest. De Vlaamse regering wil een samenwerkingsakkoord over route- en banengebruik, windnormen  en geluidsnormen. Er wordt onderzocht of er eigen Vlaamse geluidsnormen kunnen worden opgesteld, waarbij ook de frequentie van de hinder in aanmerking wordt genomen. Jammer genoeg staat dat laatste niet als ‘zekerheid’, maar slechts als ‘mogelijkheid’ in het akkoord. Wat lette de onderhandelaars om de richtlijnen voor het berekenen van hinder van de wereldgezondheidsorganisatie gewoon over te nemen? Er komt ook flankerend beleid dat de ruimtelijke ontwikkeling in hinderzones inperkt en voor de sterkst gehinderden isolatie voorziet. Tot slot blijft de nieuwe regering bij de het standpunt van de vorige inzake het aantal nachtvluchten: het plafond blijft op 16.000. Maar veruit de meest interessante zin uit het akkoord is “We maken een socio-economische studie waarin de kosten (inclusief gezondheidskosten) en baten van de nachtvluchten worden berekend”. Reeds jaren vragen omwonenden en de milieubeweging om zulke studie. Het wordt inderdaad hoog tijd om de reële kosten en baten van de nachtvluchten in kaart te brengen. Dan pas wordt een zinnig beleid mogelijk.