Mag de zon nog schijnen?

Ondanks de zonnige dagen en zomerse temperaturen is zonne-energie kop van jut. De slogan “we betalen te veel voor de zonnepanelen van onze buurman” is ondertussen al hét begrip van 2011. Dat het debat over de ondersteuning van zonne-energie heel wat genuanceerder is dan deze ene slagzin, ontgaat velen jammer genoeg.

Alles kan beter

Het is ondertussen wel duidelijk dat we niet zozeer betalen voor de zonnepanelen van onze buurman, maar veel meer voor die van de bedrijven. De kleine consument betaalt het leeuwendeel van de kost, terwijl de bedrijven de meeste zonnepanelen installeerden. Zijn die bedrijven dan de schuldige? Nee. Volgens minister Vandenbossche is het allemaal de schuld van het beleid. Een te genereuze steun heeft gezorgd voor de snelle groei van een toekomstgerichte sector. Een sector die ons zal helpen de klimaatverandering te bestrijden en energie-onafhankelijker te worden. Een sector die bovendien duizenden jobs creëert én die er voor zal zorgen dat onze energiefactuur op de lange termijn betaalbaar blijft. In tegenstelling tot fossiele energie wordt zonne-energie, net als wind, immers alleen maar goedkoper (en dat mede dankzij de ondersteuning die we al enkele jaren aan zonnestroom geven!). Als alles goed gaat, kan zonnestroom tegen 2020 concurreren met traditionele energiebronnen. Mooi toch? Nu heeft het beleid de daling van de kostprijs van deze technologie niet snel genoeg gevolgd, en gaven we meer steun aan zonne-energie dan wat strikt nodig is om deze renabel te laten zijn.  Daarnaast zijn er –terechte- vragen bij de manier waarop die kost verdeeld wordt. Tijd dus om het ondersteuningsmechanisme grondig te bekijken en bij te stellen. Daar zijn we het helemaal mee eens. Ware het dan wel dat aanpassingen voldoende op voorhand worden aangekondigd én worden besproken met de sector. Die sector moet er immers voor zorgen dat we onze hernieuwbare energiedoelstellingen kunnen waarmaken.

Dan maar geen zon meer?
Jammer genoeg lijkt minister Vandenbossche nu wel heel hard van stapel te lopen en is het alsof ze het roer dan maar meteen volledig wil omgooien. Afstappen van zonne-energie, dat kan toch niet de bedoeling zijn? Nee, we willen er nog steeds van uitgaan dat ook minister Vandenbossche erkent dat het zonne-tijdperk nog niet voorbij is. We hoorden diezelfde minister immers aankondigen te kiezen voor 100% hernieuwbare energie tegen 2050. En, daar zal ze niet geraken door nu brandhout te maken van een technologie die er mee voor moet zorgen dat we deze doelstelling kunnen halen. Nee, we zullen op alle hernieuwbare energiebronnen moeten inzetten en daarbij niet voor één maar verschillende propere technologieën moeten kiezen. Een stabiel  investeringskader moet zorgen voor de ontwikkeling van een gezonde mix van hernieuwbare energie. Een mix waarin elke echt duurzame technologie (en dus geen bijstook in een verouderde steenkoolcentrale) haar plaats heeft, ook zonne-energie. Een windturbine poot je immers niet zomaar neer in je achtertuin. Maar het belangrijkste blijft energiebesparing. Daar moeten we dringend de staart van het Europese peloton verlaten en naar de top oprukken.

 

Tijd voor een eerlijk debat

Met het huidige debat, dat zich enkel concentreert op de kostprijs van hernieuwbare energie, komen we er niet. De polarisering viert hoogtij. Verdeel en heers, ook in energieland. Laten we ons opjagen door een netbeheerder die zelf ook een aardig centje opstrijkt van het vlijtig doorreken van kosten, of kiezen we voor een toekomst met minder CO2, meer energie-onafhankelijkheid en meer jobs? Er is dringend nood aan een eerlijk debat waarin alle aspecten (kosten én baten) in het juiste daglicht geplaatst worden. En, de leidraad van 100% hernieuwbare energie tegen 2050 moet ons helpen vandaag al de juiste keuzes te maken.

Windenergie