Mensen in energiearmoede blijven in de kou staan

De Koning Boudewijnstichting publiceerde vorige week haar vijfde Barometer Energiearmoede met cijfers van 2009 tot 2017. Het aantal Belgische gezinnen dat niet genoeg geld had om hun woning comfortabel te verwarmen en verlichten, blijft hangen op ruim 21 procent - hoewel de voorbije winters relatief zacht waren. Ook Vlaanderen krijgt het probleem maar niet onder controle: hier tellen we 260.000 gezinnen in energiearmoede, berekende het Vlaams Energieagentschap. Het gerichte programma van de Vlaamse overheid dat hier verandering in moet brengen, dateert uit 2016 en krijgt dit voorjaar een update met een sterkere focus op energiebesparende investeringen. 

Dubbel risico voor huurders

De Barometer maakt gebruik van drie soorten indicatoren om energiearmoede te meten. 11,4 procent van de Vlaamse gezinnen valt onder de gemeten energiearmoede (gEA): zij moeten een te groot deel van hun beschikbaar inkomen besteden aan hun energiefactuur. 3,1 procent van de Vlaamse gezinnen lijdt onder verborgen energiearmoede (VEA) en moet hun energieverbruik terugschroeven tot onder hun basisbehoefte. Ten slotte heb je nog de subjectieve armoede: 2,5 procent van de gezinnen zegt zelf dat ze onvoldoende financiële middelen hebben om hun woning te verwarmen. 

De Koning Boudewijnstichting merkt op dat het risico niet voor iedereen even groot is. Huurders lopen twee tot driemaal zoveel kans om in energiearmoede te vallen dan eigenaars, en het verschil wordt steeds groter. Maar ook alleenstaanden - vooral vrouwen en ouderen - en eenoudergezinnen zijn een risicogroep. Het is niet eenvoudig te achterhalen of een slechte gezondheid aanleiding geeft tot energiearmoede, of omgekeerd. Wel is duidelijk dat de groepen die met energiearmoede kampen, meer dan tweemaal zo vaak aangeven met gezondheidsproblemen te sukkelen: 18,3 procent verklaart in in slechte of zeer slechte gezondheid te zijn.

De remedie?

De Koning Boudewijnstichting formuleert elf hefbomen om het probleem aan te pakken. De focus van de maatregelen is duidelijk: er moet veel meer gebeuren om de kwaliteit en energieprestatie van de woningen te verbeteren, zowel bij eigenaars als (sociale) verhuurders. De herziening van het Vlaamse energiearmoedeprogramma dit voorjaar biedt kansen. Maar ook het Energie- en Klimaatplan 2030 moet aandacht besteden aan de sociale gevolgen van de energietransitie: de koolstoftaks en de lastenverschuiving van elektriciteit naar aardgas en stookolie moeten zeker gepaard gaan met sociale correcties. 

Energiebesparing

Meer over Energiebesparing